Lesson plan with
7 LessonsDe Vroege Middeleeuwen
Tijd van Monniken en Ridders
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoGroep 6-8Leerjaar 1-6
Het is fascinerende tijd en zeker geen middelmatige tussenperiode: de middeleeuwen. De negatieve status die dit tijdperk in de geschiedschrijving heeft gekregen is zeker niet altijd terecht. Zeker, de middeleeuwen hadden zo hun momenten met hun langdurige oorlogen, dodelijke ziekten, almachtige kerk en onwetende burgers. Maar als je de ontwikkelingen in de middeleeuwen volgt zie je dat West-Europa langzaamaan vanuit de donkere nadagen van het Romeinse Rijk weer opkrabbelt. Zover is het nog niet bij de eerste deel van de middeleeuwen. Voor dit tijdvak, dat van Monniken en Ridders, hebben we gekozen voor de meer universele term: Vroege Middeleeuwen, hoewel deze benaming niet altijd meer wordt gehanteerd in de methoden.De Vroege Middeleeuwen kenmerken zich door het ontstaan van Frankische Rijk, met zijn bekendste koning Karel de Grote, dat voortkwam uit het vacuüm dat door de val van het West-Romeinse Rijk was nagelaten; door het leenstelsel als oplossing en ondergang voor het nieuwe bestuur; maar ook door de Angelsaksische missionarissen die zichzelf in levensgevaarlijk situaties brachten met de kerstening van delen van Europa. Het is de tijd van ridders, die als een soort huurlingen de vorsten helpen in oorlogen. Van het hofstelsel met vroonhof en horigen. En van monniken die in kloosters monnikenwerk leveren in scriptoria. Kortom: het is écht een fascinerende tijd.
In deze les wordt eerst ingegaan op de naam en periodisering van de middeleeuwen. Voor het gemak wordt in de methoden meestal uitgegaan van twee tijdvakken, Monniken en Ridders en Steden en Staten, die rond het jaar 500 beginnen en duizend jaar later eindigen in 1500 voor Christus. Dat is natuurlijk een versimpeling, en ook historici kunnen elkaar nog regelmatig in de haren vliegen als het gaat om de periodisering. De tijdbalk in deze les gaat uit van de val van het West-Romeinse Rijk als startpunt en de ‘ontdekking’ van Amerika door Columbus als eindpunt. Dit had ook de val van Constantinopel kunnen zijn, maar als je kijkt naar de benaming van de tijdvakken vóór (Tijd van Grieken en Romeinen) en ná (Tijd van Ontdekkers en Hervormers), dan is de keuze in deze les logischer.Op zich is deze les niet heel groot, maar dat wil niet zeggen dat het eenvoudig is voor leerlingen. Het feodale stelsel is best ingewikkelde materie, zeker als je er diep op zou ingaan. Voor leerlingen is deze light-versie meer dan voldoende om het systeem te begrijpen: voor een vorst als Karel de Grote was het land te groot om alleen te besturen, door gebruik te maken van leenmannen was (of leek) dit eenvoudiger. Er wordt ingegaan op de rechten en plichten van de leenmannen, maar ook op de nadelenOnderwerpen:De opkomst en ondergang van het Frankische RijkHet leenstelselPersonen:Karel de GroteLodewijk de Vrome