Sociale jij-competenties
Besef van de ander.
De leerling weet dat gevoelens, gedachten en gedrag van zichzelf en anderen kunnen overeenkomen en verschillen en kan zijn keuzes hierop aanpassen.
Relaties hanteren.
De leerling kan sociaal gedrag uitvoeren, waardoor het relaties kan aangaan en onderhouden en sociale druk kan weerstaan. De leerling weet wat uitsluiting en probleemgedrag is en kan dit voorkomen.