Havo 1: spelling hoofdstuk 4

Welkom allemaal!
Nederlands
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Mijn opa ... (worden) 88 jaar.

Slide 7 - Open question

Persoonsvorm verleden tijd:

Gisteren ... (vallen) mijn snoepjes allebei op de grond.

Slide 8 - Open question

Persoonsvorm verleden tijd:

Simon en Kaja ... (geven) elkaar een hand.

Slide 9 - Open question


Ik heb op de basisschool al iets geleerd over onvoltooide en voltooide deelwoorden.
A
Ik heb dat geleerd
B
Ik heb dat nog niet geleerd

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorbeelden

Ik heb naar school gelopen
Hij is op vakantie geweest.
De auto wordt gemonteerd.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voorbeelden

Lopend ging ik naar school.
Lachend zag de man het zonnetje.
Fietsend ging hij naar huis.

Slide 16 - Slide


Wat is het voltooid deelwoord van lopen?
A
Wij hebben gelopen.
B
Lopend ging ik naar school.

Slide 17 - Quiz


Wat is het onvoltooid deelwoord van luisteren?
A
Ik heb geluisterd.
B
Luisterend zat ik in de klas.

Slide 18 - Quiz

Opdracht 1
Noteer van de werkwoorden het voltooid deelwoord:

1. Belonen     7. Kuchen     13. Raken
           2. Bloeden    8. Kussen    14. Schrobben
      3. Boren         9. Leggen     15. Stoppen
  4. Draven      10. Maaien     16. Vrezen
      5. Duwen      11. Mixen         17. Wachten
  6. Dwalen     12. Puffen      18. Zemen

Slide 19 - Slide

Opdracht 1
1 beloond         7 gekucht        13 geraakt
2 gebloed         8 gekust     14 geschrobd
3 geboord     9  gelegd      15 gestopt
4 gedraafd     10 gemaaid     16 gevreesd
5 geduwd    11 gemixt      17 gewacht 
6 gedwaald     12 gepuft     18 gezeemd


Slide 20 - Slide

Wat ga je doen?
Wat? Maak opdracht 1.
Hoe? Schrijf de antwoorden in je schrift.
Hulp? Je mag vragen stellen aan mij.
Tijd? acht minuutjes.
Uitkomst? Opdracht 1 is af.
Klaar? Ga verder met opdracht 2.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Huiswerk

Woensdag 12 mei:
- Maak opdracht 2, 3 en 4 van bladzijde 126 en 127.

Slide 24 - Slide