Voorbereiding PW 'Je eigen omgeving'
1 / 17
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Op de afbeelding zie je een deel van een wijk met verschillende kenmerken, welke kenmerken zie je?
Slide 2 - Mind map
Welke kenmerken passen bij een wijk waar mensen wonen met hoge inkomens?
A
hoogbouw, huurwoningen en eengezinswoningen
B
hoogbouw, koopwoningen en eengezinswoningen
C
laagbouw, koopwoningen en appartementen
D
laagbouw, koopwoningen en eengezinswoningen
Slide 3 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een voorziening?
A
Restaurant
B
Woning
C
Supermarkt
D
Manege
Slide 4 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Welke kenmerken horen bij de afbeelding?
A
bedrijventerrein, laagbouw
B
hoogbouw, koopwoningen
C
laagbouw, eengezinswoningen
D
voorzieningen, laagbouw
Slide 5 - Quiz
Een bedrijventerrein is gelegen ...
A
aan de rand van stad
B
net buiten de historische binnenstad
C
in de oude woonwijken
D
in het centrum
Slide 6 - Quiz
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
oude woonwijk
B
historische binnenstad
C
dorpskern
D
bedrijventerrein
Slide 7 - Quiz
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Sloop en nieuwbouw
B
Renovatie
C
Restauratie
D
Stedelijke Vernieuwing
Slide 8 - Quiz
Welk begrip past bij de volgende omschrijving?
'Het vernieuwen van woonwijken in de stad'
'Het vernieuwen van woonwijken in de stad'
A
Sloop en nieuwbouw
B
Renovatie
C
Restauratie
D
Stedelijke vernieuwing
Slide 9 - Quiz
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar
Slide 10 - Quiz
Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
Bevolkingsgroei door migratie
B
Bevolkingsgroei door geboorten
C
Bevolkingsgroei door sterfte
D
Bevolkingsgroei door reizen
Slide 11 - Quiz
Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen
B
Mensen verhuizen
C
Mensen verhuizen naar de steden
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning
Slide 12 - Quiz
Suburbanisatie is...
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de platteland naar het platteland
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 13 - Quiz
Welke bewering is juist?
A
De adressendichtheid is in dorpen hoger dan in steden.
B
In dorpen zijn meer voorzieningen dan in steden.
C
Steden hebben een hogere adressendichtheid.
D
In steden en dorpen is de verdeling tussen hoogbouw en laagbouw ongeveer gelijk.
Slide 14 - Quiz
Wat is adressendichtheid?
A
aantal huizen per km2
B
aantal adressen in een cirkel van 1 km
C
aantal adressen in een cirkel van 1 km
D
aantal adressen per km2
Slide 15 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Welke begrip past er het best bij?
A
hoge adressendichtheid
B
eengezinswoningen
C
historische binnenstad
D
rijtjeshuizen
Slide 16 - Quiz
Wat is waar over wijken en buurten?
A
Sommige dorpen bestaan uit één wijk
B
Een aantal buurten vormt samen een wijk
C
Goirle is een wijk in Tilburg
D
Sommige steden hebben meer wijken dan buurten
