H9_9.4

Planning
Korte herhaling van 9.1 t/m 9.3
theorie 9.4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
Korte herhaling van 9.1 t/m 9.3
theorie 9.4

Slide 1 - Slide

9.1 spanning stroom en weerstand
Je ziet hier een batterij in een stroomkring 
met een lampje. Het lampje heeft een klein 
vermogen. Wat kun je zeggen over de weerstand en
en de stroomsterkte?

Slide 2 - Slide

wat kun je zeggen over de stroomsterkte van de vorige vraag.
A
de stroomsterkte is groot
B
de stroomsterkte is klein

Slide 3 - Quiz

Klein vermogen, dus grote weerstand.
Dus kleine stroomsterkte

Slide 4 - Slide

Wet van Ohm
R is weerstand in Ohm
U is spanning in Volt
I is stroomsterkte in Ampère 
R=IU

Slide 5 - Slide

Regelbare weerstanden
                       Schuifweerstand       variabele weerstand                             

Slide 6 - Slide

Schakelingen
serieschakeling
parallelschakeling
spanning
spanning verdeelt
spanning overal gelijk
stroomsterkte
stroomsterkte overal gelijk
stroomsterkte verdeelt zich
weerstand
totale weerstand wordt groter
totale weerstand wordt kleiner

Slide 7 - Slide

Bereken U1?

Slide 8 - Slide

Wat is U1

Slide 9 - Open question

9.4 Automatische schakeling
Sensor  ---->  automatische schakelaar ----> actuator

lichtsensor                                                                   lamp
geluidssensor                                                            motor
bewegingssensor                                                    sirene
temperatuursensor                                               verwarming

Slide 10 - Slide

LDR
licht gevoelige weerstand
reageert op de hoeveelheid licht die erop valt.
hoe meer licht, hoe kleiner de weerstand.

Slide 11 - Slide

NTC
negatieve temperatuurcoëfficiënt
reageert op de hoeveelheid warmte die erop valt.
hoe hoger de temperatuur, hoe kleiner de 
weerstand.

Slide 12 - Slide

Relais
Automatische schakelaar.
Een lagere spanning schakelt de schakelaar.
De schakelaar schakelt de tweede 
stroomkring.

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Maak nu alvast opdrachten 81 t/m 98

Huiswerk maken opdrachten 81 t/m 105.

Blijf in de les.

Slide 14 - Slide

Bereken de vervangingsweerstand als:
R1=5 Ohm, R2=7 Ohm en R3=4 Ohm

Slide 15 - Open question