5.1 soorten goederen en elasticiteit

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen complemantaire en substitutie goederen
  • Je kan uitleggen wat prijselasticiteit is
  • Je kan de elasticiteit van prijzen berekenen
  • Je kan oorzaken en gevolgen benoemen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen complemantaire en substitutie goederen
  • Je kan uitleggen wat prijselasticiteit is
  • Je kan de elasticiteit van prijzen berekenen
  • Je kan oorzaken en gevolgen benoemen

Slide 1 - Slide

In de krant

Slide 2 - Slide

Heeft de prijs van benzine en diesel effect op ons rijgedrag?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien een beetje

Slide 3 - Quiz

Is de prijsverlaging van LCD tv's effectief ?
A
Ja er wordt meer verkocht
B
Nee er zal niet meer worden verkocht

Slide 4 - Quiz

Betekend die verlaging van prijs automatisch voor meer winst bij producenten van tv's
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

complementaire goederen
subtitutie goederen

Slide 6 - Drag question

inferieur goed
normaal goed
lux goed

Slide 7 - Drag question

Oorzaak en gevolg

Slide 8 - Slide

Prijs 
Elastici

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Berekening prijselasticiteit

De prijselasticiteit kun je als volgt berekenen:


                    


Ev tussen 0 en -1: inelastisch

Ev kleiner dan -1: elastisch


Slide 13 - Slide

Qv=-4p+800
Wat is P?
A
P=800
B
p=4
C
Schiet mij maar lek
D
p=200

Slide 14 - Quiz

De ev= -2 de prijs daalt met 1% met hoeveel procent neemt de gevraagde hoeveelheid toe?
A
2%
B
4%
C
6%
D
8%

Slide 15 - Quiz

Ev =-10 Spreken we hier over een elastisch of in elastisch product?
A
Elastisch
B
Inelastisch

Slide 16 - Quiz

Brood is vaak inelastisch

Slide 17 - Slide

Electronica is vaak elastisch

Slide 18 - Slide

Inelastisch

Slide 19 - Slide

Elastisch

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Oude prijs €2 nieuwe prijs €1,50
Oude afzet 1000Q nieuwe afzet 1500Q
wat is de prijselasticiteit
A
-1
B
-2
C
-1,5
D
-2,5

Slide 23 - Quiz

Oude prijs €6 nieuwe prijs €5
Oude afzet 1010Q nieuwe afzet 5000Q
wat is de prijselasticiteit
A
-23.7
B
-22.8
C
-3
D
-2,8

Slide 24 - Quiz

Oefensom
Van een product is de vraagcurve als volgt: qv = -2p + 10
a) Teken deze vraaglijn.

Stel dat de prijs stijgt van 
p = 3 naar p = 4.
b) Hoe groot is de prijselasticiteit van de vraag?

Slide 25 - Slide

Zijn er nog vragen

Slide 26 - Slide

Aan de slag
Opgave 4.12 tot en met 4.19
Vragen steek je vinger even op!

Slide 27 - Slide