10.1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

   Welkom!

Herhaling 9.3

Welk-woord-weg

1) autarkie op economisch gebied - gebiedsuitbreiding - internationale samenwerking  - culturele superioriteit

2) individuele vrijheid - gevoel boven verstand - leidersbeginsel - militarisme en verheerlijking van geweld

3) Anschluss - appeasement - inval in Polen - Sudetencrisis 

4) aanval op Sovjet-Unie - Duitse capitulatie - Pearl Harbor - Slag op de Grebbeberg

5) Atoomaanval Hiroshima - capitulatie Groot-Brittannië - D-day  - Stalingrad

6) concentratiekampen - genocide - Molotov-Ribbentroppact - razzia's

7) antisemitisme - interneringskampen - krijgsgevangenen - ziekte en mishandeling

Tijdvak 10

Tijd van televisie en computer

1950- 

Moderne tijd

1800-heden 

10.1 Blokvorming in de wereld en Europa

45) De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

47) De eenwording van Europa

Programma

• Herhaling 9.3
• Leerdoelen 10.1
  
• Opdracht 10.1 leerdoel 1
• Uitleg 10.1 leerdoelen 2-4, 6 
  
• Opdracht 10.1 leerdoel 5
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiting

Leerdoelen 10.1

1) Ik kan de ideologische verschillen tussen het Westblok en het Oostblok beschrijven.

2) Ik kan uitleggen hoe na 1945 de Oost-Europese landen satellietstaten van de Sovjet-Unie werden en dat dit een oorzaak van de Koude Oorlog was.

3) Ik kan met voorbeelden toelichten hoe verschillende gebeurtenissen in de periode 1947-1949 de spanningen tussen het Westblok en het Oostblok vergrootten.

4) Ik kan de Cubacrisis beschrijven en kan uitleggen dat de Cubacrisis een hoogtepunt in de Koude Oorlog was.

5) Ik kan aan de hand van concrete gebeurtenissen het proces van toenemende Europese samenwerking beschrijven.

6) Ik kan verklaren waarom Gorbatsjov perestrojka en glasnost noodzakelijk vond en ik kan beschrijven wat de gevolgen daarvan waren voor het Oostblok en voor de Koude Oorlog.

Leerdoel 1 - Maak een tabel met twee kolommen getiteld Westblok en Oostblok. Schrijf de volgende begrippen in de juiste kolom:

- censuur en propaganda

- collectief en massaorganisatie

- communisme

- democratie

- dictatuur

- kapitalisme 

- Sovjet-Unie

- totalitaire staat

- Verenigde Staten

- vrijemarkteconomie

- vrijheid

10.1 Koude Oorlog in Europa

• Einde WO2 > invloedssferen en blokvorming.

• Oost-Europa > satellietstaten van Sovjet-Unie.
• Sovjetisering van Oostblok.
• IJzeren gordijn grens tussen Oost en West.
• 1947 Trumandoctrine en Marshallplan
• Gericht op containment (indammen communisme)
• 1948-49 Blokkade van Berlijn
• 1949 Oprichting NAVO, 1955 Oprichting Warschaupact.
• 1949 West-Duitsland (BRD) en Oost-Duitsland (DDR).
• 1949 start nucleaire wapenwedloop VS en SU.
• 1961 Berlijnse Muur

10.1 Koude Oorlog buiten Europa

• 1949 China communistisch.
• 1950-1953 Koreaoorlog
• 1955-1975 Vietnamoorlog
• 1962 Cubacrisis

       - Gevolg > eerste gesprekken over                               ontwapening.

• Detente = periode van ontspanning

       tussen VS en SU.

10.1 Einde van de Koude Oorlog

'80 Economische problemen in SU

• kan wapenwedloop niet bijhouden
• planeconomie mislukt

1985 Gorbatsjov partijleider

• glasnost (openheid)
• perestrojka (economische hervorming)
• geen militaire hulp 

1989 Grootschalige protesten Oost-Europa.

Einde communistische regimes.

1991 Sovjet-Unie uiteengevallen.

Opdracht leerdoel 5

Lees 'Start van de Europese eenwording' en 'Verdere samenwerking'.

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.

A) EEG opgericht

B) EG opgericht

C) EGKS opgericht

D) Europese Unie opgericht

E) Marshallplan

F) OEES opgericht

G) Verdrag van Schengen gesloten

Leerdoelen 10.1

1) Ik kan de ideologische verschillen tussen het Westblok en het Oostblok beschrijven.

2) Ik kan uitleggen hoe na 1945 de Oost-Europese landen satellietstaten van de Sovjet-Unie werden en dat dit een oorzaak van de Koude Oorlog was.

3) Ik kan met voorbeelden toelichten hoe verschillende gebeurtenissen in de periode 1947-1949 de spanningen tussen het Westblok en het Oostblok vergrootten.

4) Ik kan de Cubacrisis beschrijven en kan uitleggen dat de Cubacrisis een hoogtepunt in de Koude Oorlog was.

5) Ik kan aan de hand van concrete gebeurtenissen het proces van toenemende Europese samenwerking beschrijven.

6) Ik kan verklaren waarom Gorbatsjov perestrojka en glasnost noodzakelijk vond en ik kan beschrijven wat de gevolgen daarvan waren voor het Oostblok en voor de Koude Oorlog.

Aan de slag

- Wat? Weektaak

- Hoe? Alleen en in stilte.

- Hulp? Docent.

- Klaar? Werk leerdoelen uit of maak een samenvatting.