This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wilkommen zur Deutschstunde
Slide 1 - Slide
Die Planung und die Lernziele
1. Umlaut
2. Alphabet
Je weet wat een Umlaut is.
Je weet hoe je de Umlaut-letter uitspreekt.
Je weet wat de Eszett is.
Je kent het Duitse alfabet.
Slide 2 - Slide
Umlaut
1) Wat is een Umlaut?
2) Hoe spreken we een Umlaut uit?
Slide 3 - Slide
Umlaut
Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters;
Het Duitse alfabet heeft meer letters: de letters met een trema (puntjes) erop. In het Duits noem je dat een Umlaut. De Umlaut krijg je alleen op de lettersa,o en u!
Tipp: Alleen de klinkers uit het woord AUtO kunnen een Umlaut krijgen!
Slide 4 - Slide
Klanken
Even een compact overzicht van de uitspraak van alle klinkers, met en zonder Umlaut tot nu toe!
Slide 5 - Slide
De ringel - S
De ß (spreek uit: ringel S) is een letter in het Duitse alfabet.
Je spreekt het uit als een S.
In het Duits: Eszett.
Slide 6 - Slide
Op welke klinkers kan een Umlaut komen?
Slide 7 - Open question
Spreek je uit als eh/ee
Spreek je uit als eu
spreek je uit als uu
spreek je uit als oi
spreek je uit als oe
spreek je uit als ie
Slide 8 - Drag question
Hoe noemen de Nederlanders deze letter? "ß"
A
Ringel-s
B
Umlaut
C
Estset
D
Bee
Slide 9 - Quiz
Wie spricht man das Ä aus?
A
è
B
a-umlaut
C
eu
D
uu
Slide 10 - Quiz
Das deutsche Alphabet!
Sprecht das Alphabet in der Klasse nach.
Slide 11 - Slide
In het Duits spel je de meeste letters net zoals in het Nederlands, behalve deze: