Medicatie les 1 LJ4

Medicatie les 1 
N4 LJ4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Medicatie les 1 
N4 LJ4

Slide 1 - Slide

Inhoud
Alfa blokkers
Bèta blokkers
Bloeddrukverlagers

Slide 2 - Slide

Wat zijn de effecten van alfa blokkers?

Slide 3 - Open question

Alfa blokkers (uitleg FK)
  • blokkeren postsynaptische α1-receptoren en/of de pre- en postsynaptische α2-receptoren in glad spierweefsel, waardoor de tonus van de gladde spieren vermindert 
  • bevorderen mogelijk apoptose van prostaatcellen van het stroma- en het epitheelweefsel.

Vertaal dit in Jip en Janneke taal!

Slide 4 - Slide

Effect alfa blokkers
  • Bij hypertensie: 
  • Daling van de bloeddruk door verlaging van de perifere weerstand door tonus-verlaging van arteriolen en, in mindere mate, van venulen.
  • Bij mannen met aspecifieke mictieklachten ('lower urinary tract symptoms' (LUTS)):
  • Verbetering van de urinestroom door relaxatie van de gladde spieren in de prostaat en urinewegen door blokkeren van α1-receptoren in de blaashals, urethra en het spierweefsel van de prostaat.
  • Bij een urinesteenaanval:
  • Een hoger percentage steenlozing en snellere passage van stenen door relaxatie van gladde spiercellen in de lagere urinewegen, bij distale ureterolithiasis 1.


Slide 5 - Slide

Alfa blokkers
Worden vooral gebruikt bij mictie klachten en in mindere maten bij de behandeling van hypertensie (niet eerste keuze).
Mictie (LUTS):
Tamsulosine, Alfuzosine 
Hypertensie:
Labetalol en carvedilol (zowel A als B, vallen onder B blokkers)

Slide 6 - Slide

Wat doet een bèta blokker?
A
Vertraging van de AV-geleiding
B
Afname van ejectiefractie
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 7 - Quiz

Bèta blokkers
  • Blokkeren β1 en/of β2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling (door endogene of exogene catecholaminen) af
  • De werking van de β-blokkers metoprolol en propranolol bij migraine wordt toegeschreven aan een vergroting van de perifere vaatweerstand

Slide 8 - Slide

Effect bèta blokker
Bij atriumfibrilleren
vertraging van de AV-geleiding;
verlenging van de refractaire periode; 
verlaging van de hartfrequentie.


Slide 9 - Slide

Wat is de refractaire periode?

Slide 10 - Open question

Refractaire periode
  • Periode waarin cellen niet prikkelbaar zijn
  • Van depolarisatie naar repolarisatie
  • Cellen worden weer elektrisch geladen

Slide 11 - Slide

Effect bèta blokker
  • Bij hartfalen
afname van hartfrequentie en hartminuutvolume;
toename van ejectiefractie;
afname van hypertrofie in myocard
  • Bij hypertensie
afname hartfrequentie en hartminuutvolume. Hierdoor daalt de bloeddruk;
remming van de renineafgifte. Hierdoor neemt het angiotensine II-gehalte af, waardoor de bloeddruk daalt
  • Hyperthyroïdie
minder symptomen van hyperthyroïdie zoals tremor, tachycardie

Slide 12 - Slide

Stap 4 ?
Stap 3 Angiotensine 2 -> aldosteron
Stap 1 Renine -> angiotensinogeen
Stap 2 angiotensine 1 + ACE -> angiotensine 2

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

ACE remmers
Bij hypertensie
vasodilatatie en afname bloedvolume; hierdoor verlaagt de bloeddruk

Bij hartfalen
afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie; afname van de nabelasting van het hart door vasodilatatie

Slide 15 - Slide

Welke andere medicijnen worden vaak gegeven bij hypertensie?

Slide 16 - Open question

Bloedruk verlagende medicatie 
Digoxine (Lanoxin)
Lis diuretica (Furosemide, Bumetanide)
Diuretica kalium sparende (Spironolacton, Triamtereen)
Calcium antagonisten (Amlodipine, verapamil)
ARB alternatief voor Ace (Atacand, Losartan)

 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Nog vragen?

Slide 19 - Slide