studie: oefenles 7min

Welkom!
Startopdracht: 
Wat is het lijdend voorwerp volgens jou?
Sifan heeft een gouden medaille gewonnen. 
timer
0:30
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 7 min

Items in this lesson

Welkom!
Startopdracht: 
Wat is het lijdend voorwerp volgens jou?
Sifan heeft een gouden medaille gewonnen. 
timer
0:30

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vanavond?
1. Lesdoelen
2. Het lijdend voorwerp
3. Evalueren

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan het lijdend voorwerp herkennen.
2. Ik kan een zin creëren met een lijdend voorwerp.

Slide 3 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
Een lijdend voorwerp geeft meestal aan wie of wat iets overkomt.

Slide 4 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

1. Zoek de persoonsvorm
2. Zoek het onderwerp
3. Zoek het werkwoordelijk gezegde
4. Wat of wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Slide 5 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm is een werkwoord dat bij het onderwerp past. (Wat iemand doet of overkomt)
Hoe herken je deze?
1. Maak van de zin een vraag.
2. Zet de zin in een andere tijd.
3. Zet de zin in het enkel- of meervoud.

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp?
  • De persoon, het dier of een ding die iets doet.
  •  Meerdere woorden.
  • Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. 
  • Wie of wat + persoonsvorm = onderwerp

Slide 7 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Alle werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat er in de zin 'gebeurt'.
(Werkwoorden zeggen iets over wat iemand doet of overkomt)

Slide 8 - Slide

Dus hoe vind ik het lijdend voorwerp

Wat of wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Sifan heeft een gouden medaille gewonnen. 

Slide 9 - Slide

Stapsgewijs
Pv = heeft
Ow = Sifan
Wg = heeft gewonnen
Vraag: Wie of wat heeft Sifan gewonnen?
lv = een gouden medaille

Slide 10 - Slide

Oefening
Maak nu zelf een zin met een lijdend voorwerp erin.
timer
0:30

Slide 11 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan het lijdend voorwerp herkennen.
2. Ik kan een zin creëren met een lijdend voorwerp.

Slide 12 - Slide

Evaluatie
Wat ging er goed?
Wat kan er de volgende keer beter?
Wat heb ik geleerd?

Slide 13 - Slide