Thema 14 Bas 1 een constant inwendig milieu

Mondeling examen
bescherming
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mondeling examen
bescherming

Slide 1 - Slide

Je kunt:
  • functies noemen van de hoornlaag bij bescherming tegen: infecties, uitdroging en beschadigingen
  • functie van pigment uitleggen bij bescherming tegen UV straling
  • belang noemen van: inenting en toedienen antibiotica
  • voorbeelden en gevolgen noemen van bloedziekten en infectieziekten die via bloed worden verspreid
  • uitleggen hoe besmetting te voorkomen is (aids, hepatitis, tuberculose)
  • meest voorkomende  soa's: noemen, oorzaak aangeven, belang behandeling
  • uitleggen hoe overdracht soa te voorkomen

Slide 2 - Slide

Basisstof 1 Een constant inwendig milieu

Slide 3 - Slide



- Het constant houden van het inwendig milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
- Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. 

Inwendig milieu
- De weefselvloeistof
- Het bloedplasma
Uitwendig milieu
- De omgeving om je heen
- Lucht in je longen
- Inhoud in je darmkanaal

Een constant inwendig milieu

Slide 4 - Slide

Constant inwendig milieu
Je lichaam probeert het inwendig milieu hetzelfde te houden (constant).
Alles waar je teveel van krijgt wordt uitgescheiden of opgeslagen.
Mag niet in het bloed blijven!

Als je tekort hebt gaat je lichaam de opgeslagen stoffen gebruiken.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen zijn belangrijk voor een constant inwendig milieu. Denk bv. aan insuline.

Slide 5 - Slide

Constant inwendig milieu
  • Zintuigen 
gevoelszenuwen registreren of het inwendig milieu te veel of te weinig van iets bevat
  • Zenuwstelsel
Geeft signalen door
  • Hormonen
Geven instructies aan organen om stoffen op te slaan of uit te scheiden

Slide 6 - Slide

Constant inwendig milieu
  • De hoeveelheid verschillende stoffen in je bloed is steeds ongeveer gelijk.
  • Als er te veel van een stof in je bloed zit, kan je lichaam de stof opslaan
  • Vet wordt bijvoorbeeld opgeslagen onder de huid en in het gele beenmerg

Slide 7 - Slide

7.1 Een constant inwendig milieu

Slide 8 - Slide

Wat is GEEN inwendig milieu?
A
Bloed
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof
D
Blaas

Slide 9 - Quiz

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 10 - Quiz

Wat is je inwendige milieu
A
weefselvloeistof
B
bloedplasma
C
weefselvloeistof + bloedplasma
D
alles in je darmen

Slide 11 - Quiz

Delen van de huid

  • Opperhuid 
  • Lederhuid.
  • Onder de huid ligt onderhuids bindweefsel

Slide 12 - Slide

De opperhuid
De eerste laag van de huid is de opperhuid.

Bestaat uit:
  • hoornlaag (dode cellen)
  • kiemlaag (levende cellen)

Hoornstof zit ook in haren en nagels

Slide 13 - Slide

Hoornlaag
  • Hoornlaag = kiemcellen verhoornen en gaan dood

  • Bescherming tegen beschadiging & ziekteverwekkers
  • Beschermd tegen uitdroging
  • Slijt aan de buitenkant af

Slide 14 - Slide

Haar en talg

Haar met talgkliertje.
Talg houdt de haren en de hoornlaag soepel en houdt de hoornlaag waterdicht

Slide 15 - Slide

Eelt= verdikking van de hoornlaag

Slide 16 - Slide

Pigment
1. Pigmentcellen in de kiemlaag maken melanine aan dit zorgt voor pigment.
2. Pigment zijn kleine bruine kleurstofkorreltjes in de huid
3. Hierdoor kan de uv-straling minder diep de huid binnendringen en beschermt tegen uv-straling. 

Slide 17 - Slide

Lederhuid
In de lederhuid liggen:
  • haarzakjes
  • zintuigen
  • bloedvaten
  • zweetklieren
Onder lederhuid: onderhuidsbindweefsel

Slide 18 - Slide

Afweer






3.5 Afweer

Slide 19 - Slide

algemene afweer
huid > talg op de huid gaat aantasting dor ziekteverwekkers tegen

maagzuur > bevat zoutzuur, dit doodt bacteriën 

slijmvlies>  in wand luchtwegen en darmkanaal houdt ziekteverwekkers tegen

witte bloedcellen>  maken ziekteverwekkers onschadelijk door ze in te sluiten

Slide 20 - Slide

Antistoffen
  • Witte bloedcellen maken antistoffen
  • Antistoffen 'passen op' antigenen
  • Elk antigen heeft eigen antistof
  • Ziekteverwekkers kunnen niks meer
Werking antistoffen

Slide 21 - Slide

Verschillende vormen van immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit.
  • Zelf antistoffen maken, tijdje ziek.

  • Kunstmatige immuniteit.
  • ingeënt bepaalde ziekte, vaccinatie
(Dode/ verzwakte ziekteverwekkers)

Slide 22 - Slide

Natuurlijke immuniteit

Slide 23 - Slide

Actieve immuniteit

Passieve immuniteit

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Wat zijn soa's?
Ziekteverwekkers: veroorzakers van soa's

Doorgegeven via:
- sperma, vocht vagina, bloed, slijmvliezen

Slide 27 - Slide

Voorbeelden soa's
Bacteriële soa's
Chlamydia, weinig klachten kan leiden tot onvruchtbaarheid
Syfilis, zweertjes, griepachtige klachten

Virale soa's
Genitale wratten
Herpes genitalis, zelfde virus als koortslip
Hiv,  besmet maar geen klachten = seropositief, wel klachten = aids. Virus maakt afweersysteem kapot. Aidsremmers, maar geen genezing
Hepatitis B, zorgt voor ontstekingen lever.  inenting mogelijk. 
HPV, kan kanker veroorzaken. Inenten is mogelijk

Anders
Candida = geen SOA maar een schimmelinfectie. Wel seksueel overdraagbaar. Zorgt voor afscheiding en jeuk

Slide 28 - Slide

Soa’s voorkomen
Veilige seks (condoom)
Geen gebruikte naalden gebruiken
Bloedcontact vermijden met besmette personen

Slide 29 - Slide