breuken optellen aftrekken

 Breuken optellen & aftrekken
Doel: aan het eind van  de les kan ik breuken op- en aftellen. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

 Breuken optellen & aftrekken
Doel: aan het eind van  de les kan ik breuken op- en aftellen. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Hoeveel is hier gekleurd?
A
2/4
B
3/4
C
2/6
D
1/8

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 5 - Quiz

2/4+ 1/4 =
A
3/8
B
3/4
C
3/16
D
3/12

Slide 6 - Quiz

3/8 + 4/8 =
A
7/8
B
7/16
C
12/8
D
12/16

Slide 7 - Quiz

Hoeveel is 3/7 erbij 2/7?
A
5/14
B
6/14
C
5/7
D
6/7

Slide 8 - Quiz

Hoeveel is 3/7 eraf 2/7?
A
1/14
B
5/14
C
1/7
D
5/7

Slide 9 - Quiz

Ongelijknamige breuken optellen

Slide 10 - Slide

Stap 1. Maak de breuk gelijknamig




41+82=

Slide 11 - Slide

De noemers zijn niet gelijk
41+82=
Noemer
= 4
Noemer 
=8

Slide 12 - Slide

Hoe krijg je de noemer gelijk?

Stap 1. Kijk of je de kleinste noemer gelijk kan maken aan het  grootste noemer

Dus: 
41=
-
8
x2
41+82=

Slide 13 - Slide

Hoe krijg je de noemer gelijk?

Stap 1. Kijk of je de kleinste noemer hetzelfde kan maken aan de grootste noemer.

Dus: 
x2
41=
2
-
8
x2
Doe je boven ook x2
41+82=

Slide 14 - Slide

Nu kun je de breuk uitrekenen
41+82=
82+82=
84

Slide 15 - Slide

1/4 + 1/2= 
1/3 + 2/9 =  
1/5 + 1/10 = 

Slide 16 - Slide