Studiemeter: 1F: Breuken zelf gemaakt

Rekenen 
1F
Breuken
1 / 34
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen 
1F
Breuken

Slide 1 - Slide

Domein 1: Getallen: oefeningen

1. Wat zijn breuken
2. breuken vereenvoudigen
3. breuken optellen en aftrekken
4. ongelijknamige breuken
Leerdoelen Wat zijn breuken?

Slide 2 - Slide

1. Wat zijn breuken

Slide 3 - Slide

Je ziet hier 3 staven

De groene is 1 geheel
De blauwe is in 2 stukken verdeeld
De paarse is in 4 stukken verdeeld

Slide 4 - Slide

Welke breuk is groter?
1/2 of 3/4?
3/4

Slide 5 - Slide

Welke breuk is groter?
1/4 of 1/3?
1/3
Hoe kleiner het getal, hoe groter de breuk

Slide 6 - Slide

Breuken vereenvoudigen
Vereenvoudig 
4/10

4 kan ik delen door 2
10 kan ik delen door 2

Dus 2/5


Slide 7 - Slide

Teller
Noemer

Slide 8 - Slide

Samen oefeningen maken
Wat zijn breuken? 
1 F niveau

Slide 9 - Slide

Online: 1F: 
Wat zijn breuken
breuken vereenvoudigen


Maken H. 6 breuken
Opdracht
6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Slide 10 - Slide

2. Breuken vereenvoudigen

Slide 11 - Slide

Breuken kun je vereenvoudigen door teller en noemer door zo groot mogelijk hetzelfde getal te delen

Slide 12 - Slide

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk:

104

Slide 13 - Open question

Vereenvoudig de breuk zo veel mogelijk.
84

Slide 14 - Open question

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk
93

Slide 15 - Open question

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk
205

Slide 16 - Open question

Online: 1F: 
Wat zijn breuken
breuken vereenvoudigen


Maken H. 6 breuken
Opdracht
6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Slide 17 - Slide

Breuken optellen en aftrekken

Slide 18 - Slide

Breuken optellen en aftrekken
Je telt de bovenste getallen 
bijelkaar op.
De onderste blijft gelijk
31+31=32

Slide 19 - Slide

4
-
5

Slide 20 - Slide

4
-
7

Slide 21 - Slide

Online: 1F: 
breuken optellen en aftrekken


Maken H. 6 breuken
Opdracht
t/m opdracht 17

Slide 22 - Slide

Ongelijknamige breuken 
optellen en aftrekken

Slide 23 - Slide

Ongelijknamige breuken 
optellen en aftrekken


Maar dat kan toch niet?

Slide 24 - Slide

Klopt
Stap 1. Maak de breuk gelijknamig




41+82=

Slide 25 - Slide

De noemers zijn niet gelijk
41+82=
Noemer
= 4
Noemer 
=8

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe krijg je de noemer gelijk?

Stap 1. Kijk of je de kleinste noemer gelijk kan maken aan het  grootste noemer

Dus: 
41=
-
8
x2
41+82=

Slide 28 - Slide

Hoe krijg je de noemer gelijk?

Stap 1. Kijk of je de kleinste noemer hetzelfde kan maken aan het grootste noemer.

Dus: 
41=
-
8
x2
Doe je beneden x 2
41+82=

Slide 29 - Slide

Hoe krijg je de noemer gelijk?

Stap 1. Kijk of je het kleinste noemer hetzelfde kan maken aan het grootste noemer.

Dus: 
x2
41=
2
-
8
x2
Doe je boven ook x2
41+82=

Slide 30 - Slide

Nu kun je de breuk uitrekenen
41+82=
82+82=
84

Slide 31 - Slide

Vereenvoudig de breuk 
82+82=
84
84=
:2
:2
41

Slide 32 - Slide

Maak de oefeningen
bij Domein 
Getallen

Slide 33 - Slide

Online: 1F: 
ongelijknamige breuken


16-01
Maken H. 6 breuken
Opdracht
t/m opdracht 21

Slide 34 - Slide