oefentoets nakijken

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Prüfung Deutsch SE (Kader)

Kijk- en Luistervaardigheid & Leesvaardigheid

Kijk- en Luistervaardigheid

Kijk naar de film en beantwoord de vragen.

Leesvaardigheid

Kijk naar de tekst en de plaatjes, lees de vragen en ga dan op zoek naar de antwoorden in de tekst.

Examenteksten: vmbo KB 2018/ tijdvak 1

Tekst: 1, 6, 8, 9 en 10

Text 1

Geef bij elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.

Kruis aan ‘richtig’ of ‘falsch’ 

- Examentekst 1 -

1. Für einen Parkplatz muss man bezahlen.

1. richtig
2. falsch

2. Wifi/WLAN ist im ganzen Hotel gratis.

1. richtig
2. falsch

3. Das Hotel bietet die Möglichkeit um Fahrräder fietsen zu mieten (huren).

1. wel
2. niet

Text 6

4. Welche Aussage über die jungen Luchse im Kleintierzoo stimmt mit Absatz 1 überein?

1. Sie sind die ersten Luchse, die hier geboren sind.
2. Sie sind sehr aufmerksam.
3. Sie streiten schon viel miteinander.

Text 8

5. Welche Aussage über die Steinfiguren auf der Insel stimmt mit dem Inhalt des 1. Absatzes überein?

1. Sie können nur dort angeschaut werden.
2. Sie sind dorthin importiert worden.
3. Sie verkörpern die gestorbenen Inselbewohner.
4. Sie wurden dort im Wasser gefunden.

6. “Manchmal (Soms) gibt es Probleme mit den Besuchern.” (Absatz 1) Welche Probleme verursachen die Besucher?

1. Besucher wollen nicht bezahlen.
2. Besucher laufen auf den Platformen herum.
3. Besucher machen Fotos.
4. Es gibt zu viele Besucher im Sommer.

7. Was ist die Sprache seiner Vorfahren?
(Absatz 2)

1. Spanisch
2. Chile
3. Rapa-Nui
4. Tänze

Text 9

8. Cornelia hat Probleme mit ihrem Handy.
Wer ist laut (volgens) Dirk Kuchel verantwortlich für die Reparatur?

1. der Handy-laden
2. der Hersteller
3. Cornelia

Text 10

Geef bij elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.

Kruis aan ‘richtig’ of ‘falsch’

- Examentekst 10-

9. Vierkante munten werden vroeger vaker vervalst dan ronde.

1. richtig
2. falsch

10. Ronde munten voelen prettiger aan dan vierkante.

1. richtig
2. falsch

10. Vierkante munten kunnen je kleding beschadigen.

1. richtig
2. falsch

Einde van deze examentoets