Kapitel 1: Het werkwoord sein

Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Lesinhoud
Lesdoel
Je kunt het rijtje van het werkwoord zijn (sein)
in het Duits.
Benodigdheden
        Laptop
        Aantekeningenschrift
        Pen

Slide 2 - Slide

Enkelvoud
Meervoud
Sleep de juiste vervoeging naar het persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
bent
is
zijn
ben
bent
is
zijn
zijn
is

Slide 3 - Drag question

-
-
-
-
ik ben
jij bent
hij is
zij is
het is
-
-
-
-
-

wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent
Enkelvoud
Meervoud
Het werkwoord sein (zijn)
Scan QR LessonUp 
  • Onregelmatig werkwoord         uit hoofd leren
ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 4 - Slide

-

-

-

-
ik ben

jij bent

hij/Max is

zij/Lisa is

het is
-

-

-

-

-

wij zijn

jullie zijn

zij/Max & Lisa zijn

u bent
Enkelvoud
Meervoud
ich bin

du bist

er/Max ist

sie/Lisa ist

es ist
wir sind

ihr seid

sie/Max & Lisa sind

Sie sind
Wo sind Tim und Marieke?
Henk ist 12 Jahre alt geworden.
Wie alt ist Nina?
1
2
3

Slide 5 - Slide

Nederlands
Duits
Sleep de juiste vertaling naar elkaar. 
ik ben
het is
hij is
jij bent
zij is
wij zijn
zij zijn
u bent
jullie zijn
du bist
sie sind
er ist
ihr seid
es ist
ich bin
Sie sind
wir sind
sie ist

Slide 6 - Drag question

Enkelvoud
Meervoud
Sleep de juiste vervoeging naar het persoonlijk voornaamwoord.
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
bist
ist
sind
bin
sind
ist
seid
sind
ist

Slide 7 - Drag question

Zet de juiste vervoeging van het werkwoord in de zin. 
Er blijft 1 vervoeging van het werkwoord over.
1
2
3
4
Ich  ___________ Jonna.
Wir ___________ Freunde.
Er _________ 12 Jahre alt.
__________ ihr Familie?
bin
bist
ist
sind
seid

Slide 8 - Drag question

Vervoeg naar de juiste vorm:
Du _______ mein Freund

Slide 9 - Open question

Vervoeg naar de juiste vorm:
Danielle _______ meine Mutter

Slide 10 - Open question

Vervoeg naar de juiste vorm:
Wir ________ neu hier

Slide 11 - Open question

Vervoeg naar de juiste vorm:
Raf und Rachelle _______ Zwillinge

Slide 12 - Open question