What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Deeltaak 4 week 3 les 2
Deeltaak 4 Week 3 les 2
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deeltaak 4 Week 3 les 2
Slide 1 - Slide
Vorab Fragen?
Slide 2 - Slide
Bausteine toetsen
Waar kan je ze vinden?
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
Was machen wir heute?
Wiederholen Personalpronomen
Wiederholen Sein
das Verb Haben
Fragen!?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Zoek de kloppende persoonlijke voornaamwoorden.
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie (mv)
Ik
Jij
Hij
Zij
Het
Wij
Jullie
Zij (mv)
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Ik ben
jij bent
hij is
zij is
het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
U bent
ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind
Slide 10 - Slide
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ....
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
du...
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
sie ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 13 - Quiz
het is
Vertalen in het Duits.
Slide 14 - Open question
jullie zijn
Vertalen in het Duits.
Slide 15 - Open question
jij bent
Vertalen in het Duits.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Ik ben
ik heb
jij bent
jij hebt
hij is
hij heeft
zij is
zij heeft
het is
het heeft
wij zijn
wij hebben
jullie zijn
jullie hebben
zij zijn
zij hebben
U bent
U heeft
ich bin
ich habe
du bist
du hast
er ist
er hat
sie ist
sie hat
es ist
es hat
wir sind
wir haben
ihr seid
ihr habt
sie sind
sie haben
Sie sind
Sie haben
Slide 18 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 19 - Drag question
Wat is de juiste vorm van het werkwoord haben?
wir ...
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord haben?
er ...
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben
Slide 21 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord haben?
ihr
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt
Slide 22 - Quiz
ik heb
Vertalen in het Duits.
Slide 23 - Open question
zij heeft
Vertalen in het Duits.
Slide 24 - Open question
jij hebt
Vertalen in het Duits.
Slide 25 - Open question
Hausaufgaben
Baustein 10, 11, 12 en 13
Wörter Kapitel 1 lernen
blz. 26
Lernliste Deutsch-Niederländisch A en C
ALLEEN de woorden vóór en achter de zinnen.
Oefenen rijtjes werkwoorden sein en haben + persoonlijke voornaamwoorden
Slide 26 - Slide
Gibt es noch Fragen?
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Deeltaak 4 week 3 les 2
February 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Deeltaak 4 week 3 les 2
March 2021
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Online les 16-12
December 2020
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 3
Deeltaak 4 week 3 les 2 en 3
March 2021
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Deeltaak 4 Week 2 Les 2
February 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
m2e 4 dec
December 2023
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
haben/sein + pers.vnw
November 2019
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2