Herhaling hoofdstuk 2

Herhaling H2
Pak je Ipad en doe mee!

Vrijdag 6-11 is de toets
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Herhaling H2
Pak je Ipad en doe mee!

Vrijdag 6-11 is de toets

Slide 1 - Slide

Loon per functie
Verschil per functie
Volledige baan/ arbeidsuren
Ervaring

Slide 2 - Slide

Pietje verdient 1800,- per maand en krijgt 8% vakantiegeld. Hoeveel vakantiegeld krijgt Pietje?

Slide 3 - Open question

Noem een voorbeeld van loon in natura.

Slide 4 - Open question

Waarom bestaat er een minimumloon?

Slide 5 - Open question

Wanneer maakt een bedrijf winst?

Slide 6 - Open question

Inkomen uit bezit
Rente, huur, pacht, winst, dividend, aandelenkoers

Rente --> vergoeding voor het afstaan van geld aan de bank.

Slide 7 - Slide

Pietje heeft 5000,- spaargeld op dekank staan. Het rentepercentage is 3%. Hoeveel rente krijgt Pietje?

Slide 8 - Open question

Huur
Pacht
Winst
Divident
Woonhuis
Weiland
Eigen restaurant
Aandelen

Slide 9 - Drag question

Aandelenkoers
koerswinst 

koersverlies

Slide 10 - Slide

Aanvullende inkomsten
Studiefinanciering
Huurtoeslag
Kinderbijslag
Zorgtoeslag
Bijstand

Lees de tabel goed!

Slide 11 - Slide

Sociaal minimum
Leeftijd
Samenstelling van het gezin

Bijstand --> aanvulling tot het sociaal minimum

Slide 12 - Slide

Uit welke onderdelen kan de studiefinanciering bestaan?

Slide 13 - Open question

Iedereen heeft recht op huurtoeslag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De kinderbijslag is afhankelijk van:
A
Aantal kinderen
B
Leeftijd van de kinderen
C
Inkomen ouders
D
Leeftijd ouders

Slide 15 - Quiz

Wanneer heb je recht op zorgtoeslag?
A
Iedereen heeft recht op zorgtoeslag.
B
Als je een kind hebt.
C
Als je inkomen niet zo hoog is.
D
Als je vaak ziek bent.

Slide 16 - Quiz

De bijstandsuitkering stopt als je weer voldoende inkomen hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Het sociaal minimum is voor iedereen hetzelfde
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 18 - Quiz

Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel
Een brood kopen
Prijzen vergelijken
Elke maand geld opzij zetten

Slide 19 - Drag question

Functies van geld
Ruilmiddel

Rekenmiddel

Spaarmiddel

Slide 20 - Slide

Manieren van betalen
Betaalautomaat

Geldautomaat

Anders

Slide 21 - Slide

Bankrekening
Positief/ negatief

Rood staan

Slide 22 - Slide

Pietje heeft 200,- op zijn rekening staan. Hij heeft de volgende uitgaven: Nieuwe broek 90,- nieuwe schoenen 140,- telefoonabonnement 45,-

Wat is zijn nieuwe saldo?

Slide 23 - Open question

Wat zijn voordelen van internetbankieren?

Slide 24 - Open question

Automatische incasso
Toestemming geven --> machtiging

Voorbeelden?

Slide 25 - Slide

Online shoppen
Voordelen?

Nadelen?

Slide 26 - Slide