LA1 woensdag 15 april

LATIJN
klas 1

les bij 'week 4 - herhaling' + bespreken tekstvragen bij les 10
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

LATIJN
klas 1

les bij 'week 4 - herhaling' + bespreken tekstvragen bij les 10

Slide 1 - Slide

Deze les
* we herhalen de herhaling
* vormen vertalen
* tekstvragen bij les 10 bespreken
* wat moet je deze week verder doen?

Slide 2 - Slide

Herhaling
imperativus : gebiedende wijs!
naamwoorden in les 10 : naamvallen en functies bepalen
werkwoorden vertalen : 3 tijden toepassen
werkwoordschema : juiste vormen maken
cultuuropdrachtje : Hades en Persephone (het begin van de lente)

Slide 3 - Slide

Wat is de imperativus meervoud van gaudēre?
A
gaudete
B
gaudite
C
gaude
D
gaudate

Slide 4 - Quiz

Welke naamval heeft gladiatorum?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 5 - Quiz

Hoe vertaal je salutavisti
A
jij hebt gegroet
B
jij groet
C
jullie hebben gegroet
D
jij werd gegroet

Slide 6 - Quiz

salutat = praesens 3e ev
maak dezelfde vorm in het imperfectum én perfectum

Slide 7 - Open question

Tijden vertalen
praesens = tegenwoordige tijd
ik loop
imperfectum = verleden tijd
ik liep
perfectum = (voltooid) verleden tijd
ik heb gelopen / ik liep

Slide 8 - Slide

vertaal deze vormen:
nuntiavit - fluit - potes - claudebant

Slide 9 - Open question

Tekstvragen bij les 10
1) Wat valt er op aan de volgorde waarop de ‘homines’ (r.3) worden genoemd - pueri et viri, feminae et puellae?

2) ‘Sol ardebat’ - Citeer het Latijnse tekstelement (geef dus Latijnse woorden uit de tekst) dat aangeeft waarom de mensen in het Colosseum geen last hebben van de zon.

3) Wie zijn de ‘pueri’ in r.7? Waar worden zij eerder genoemd?

Slide 10 - Slide

Welke naamval is 'Quinte et Publi'?
A
nominativus
B
accusativus
C
ablativus
D
vocativus

Slide 11 - Quiz

vervolg vragen
5) ‘Gladium et scutum gerit’ (r.14-15) - Leg uit waarom Celadus een zwaard en schild bij zich droeg. Je hebt hiervoor ook kennis van les 9 nodig.

6) Bekijk de afbeelding:
a. Welke regel uit de tekst past bij deze afbeelding?
b. Wat zien we hier op de afbeelding?

Slide 12 - Slide

7) In r.20 worden drie diersoorten tegelijk genoemd: leeuwen, panters en herten. Leg in de volgende regel uit waarom Leones et pantherae een andere naamval hebben dan cervos.

Slide 13 - Open question

vervolg vragen
8) Citeer de twee Latijnse woorden die aangeven waarom de grond in de arena rood kleurt.

9) Waarmee heeft de panter de gladiator verwond?

10) Waarom doet Marcus zijn ogen dicht?

Slide 14 - Slide

Wat moet je deze week nog meer doen?
leren: woorden les 9 en 10
lezen: woorden van les 11 / NL-tekst bij les 10 / NB-Colosseum
maken: reflectieverslag + cultuurvragen (Hulpboek)

--> het reflectieverslag lever je in op It's Learning
--> de cultuurvragen kijk je volgende week zelf na

Slide 15 - Slide

lente
zomer
herfst
winter
Persephone in de onderwereld
Persephone naar de onderwereld
Persephone komt uit de onderwereld
Persephone is uit de onderwereld
bloemen en bomen lopen weer uit
bloemen en bomen bloeien
bloemen en bomen verliezen blaadjes
bloemen en bomen zijn kaal

Slide 16 - Drag question

Vragen?

Slide 17 - Slide