Jeelo bron 1506: specerijen uit het verre oosten

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 5,6

Jeelo bron 1506 

Specerijen uit het Verre Oosten

Welke kruiden of specerijen vind jij lekker in je eten?

Doel van de les

Leesdoel: Je kent de specerijen peper, nootmuskaat, kaneel en kruidnagel, weet hoe ze eruit zien en waar ze voor gebruikt worden.

Lesdoel: Je leert hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst.

De leerkracht leest voor.

Lees goed mee!

Hoe lang duurde de reis heen en weer naar het Verre Oosten?

1. 9 uur
2. 9 weken
3. 9 maanden
4. 9 jaar

Peperkorrels zijn eigenlijk...

1. gedroogde besjes
2. gedroogde worteltjes
3. gedroogde blaadjes
4. gedroogde bloemetjes

Tegen welke ziekte schijnt kaneel te helpen?

1. waterpokken
2. verkoudheid
3. blaasontsteking
4. hooikoorts

Hoe lang is een kruidnagel ongeveer?

1. 1 millimeter
2. 1 centimeter
3. 1 decimeter
4. 1 meter

Woorden

Zoek de woorden in de tekst. Arceer ze. Weet je wat deze woorden in de tekst betekenen?

bast, couscous, diarree, exceem, Gouden Eeuw, malen, ovaal/ovale, peperkoek, populair, raspen, ruim

Welk woord past hierbij?

Welk woord past hierbij?

Welk woord past hierbij?

Wat zijn hoofdzaken en bijzaken?

Een hoofdzaak is iets wat heel belangrijk is.

In een tekst staan vaak een paar hoofdzaken. De hoofdzaken van een tekst zijn:

• Het onderwerp
• De belangrijkste woorden en zinnen
• Wat de schrijver wil vertellen

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Welke zin uit deze alinea is het belangrijkst?

Wat wil de schrijver vertellen over peper?

Wat wil de schrijver vertellen over nootmuskaat?

Wat weet je nu over hoofd- en bijzaken?

Wat heb je geleerd over specerijen?