Globaal lezen doe je alleen als je snel de belangrijke informatie uit de tekst wilt halen. Dit doe je als volgt:
Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin;
Bepaal wat je al weet over het onderwerp.
Bepaal welke tekststructuur je herkent en wat het tekstdoel is.
Vraag: welke tekststructuren ken je? (blz. 16 boek)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Intensief lezen
Wat staat er nou precies?
Begrijp je de tekst helemaal? Met "intensief" lezen, bedoelen we dat je je nu gaat concentreren op de details van de tekst. Je zorgt dat je alles wat er staat, begrijpt.
Slide 7 - Slide
De indeling van een tekst
Inleiding
middenstuk Slot
Slide 8 - Slide
Intensief lezen
Globaal lezen
Verkennend lezen
Onderwerp en tekstsoort
Belangrijke informatie scannen (eerste en laatste zin van alinea's, titel, plaatjes etc.
Wat staat er precies?
Slide 9 - Drag question
Inleiding
Kern
Slot
Dit deel is opgedeeld in alinea's
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt
Een conclusie
Slide 10 - Drag question
Signaalwoorden en signaalzinnen
Slide 11 - Slide
SIGNAALWOORDEN
Aan een
signaalwoord
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Drogreden
Een drogreden is een vals argument. Veel vorkomende drogredenen zijn:
een cirkelredenering
generalisatie
misbruik van autoriteit
aanval op de persoon
beroep doen op de meerderheid
Uitleg blz. 18 boek
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Een onderwerp is meestal een zinsdeel.
De hoofdgedachte is wat er over het onderwerp wordt gezegd in één zin.
Voorbeeld:
Onderwerp: snipperdagen voor studenten
Hoofdgedachte: Snipperdagen voor studenten zijn goed, omdat dezel voordelen opleveren.
Slide 16 - Slide
Oefenen
Werk zelfstandig verder aan de opdrachten uit de checklist 3F Nederlands.