Spelling les 1

Upload een leuke foto van jouw vakantietijd!
timer
1:30
1 / 20
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Upload een leuke foto van jouw vakantietijd!
timer
1:30

Slide 1 - Open question

Spelling
  • Klinkerbotsing
  • Korte en lange klanken --> meervoud en verkleinwoorden

Slide 2 - Slide

Welke letters vormen samen niet één klank?
A
aa
B
eu
C
ei
D
ea

Slide 3 - Quiz

Les 1: klinkerbotsing

Slide 4 - Slide

Dubbelklank
Twee klinkers, één klank
  • uu
  • ie
  • ou

Slide 5 - Slide

Spelling bij zulke klanken
Klinkers die samen geen nieuwe klank vormen, mogen gewoon achter elkaar staan.

  • Voorbeelden: chaos, alinea

Klinkers die samen wél een nieuwe klank vormen, hebben een leesteken nodig
  • Voorbeelden: reünie, geïnteresseerd, na-apen

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste spelling?
A
coordinatie
B
coördinatie

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
reeel
B
reëel
C
reeël

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
koffieautomaat
B
koffie-automaat
C
koffieäutomaat
D
koffieaütomaat

Slide 9 - Quiz

Trema (ü) of verbindingsstreepje (-)?
Trema: binnen in een woord 
  • Voorbeelden: onderzeeër, calorieën
  • (En dus niet nodig bij bijvoorbeeld 'geantwoord')

Verbindingsstreepje: bij samenstellingen

  • Voorbeelden: auto-onderdeel, cola-automaat, havo-examen

Slide 10 - Slide

Wat is de juiste spelling?
A
skiëxperiment
B
ski-experiment

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
garageëigenares
B
garage-eigenares

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
geüpload
B
ge-upload

Slide 13 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
fantasiën
B
bacterieën
C
categorieën
D
industriën

Slide 14 - Quiz

Soms klemtoon nodig
Bij het maken van meervoud moet je soms luisteren naar de klemtoon:
  • bacterie > bacteriën
  • fantasie > fantasieën

Slide 15 - Slide

Les 2: lange en korte klanken

Slide 16 - Slide

Een lange of een korte klank?
Korte klank
Lange klank
Bord
Koop
Baan
Zorgen
Mes

Slide 17 - Drag question

Verkleinwoorden
Bij de spelling wordt het verschil tussen lange en korte klanken gebruikt
Tip: luister of er een uitspraakprobleem ontstaat

  • cadeau, cadeautje
  • smiley, smileytje
  • auto, autotje, autootje 

Slide 18 - Slide

Wat is het verkleinwoord van:
idee, cola, bureau, paraplu

Slide 19 - Open question

Meervoud
Luister ook hier of er een uitspraakprobleem ontstaat
Let op: bij het meervoud wordt een letter niet verlengd (colaatje), maar je krijgt een apostrof (cola's)

  • cadeau, cadeaus
  • smiley, smileys
  • auto, autos, auto's

Slide 20 - Slide