klas 3TL - bij Hfd. 3 - uitleg Futur simple II

de Futur simple
de regels en de uitzondering
 & oefenvragen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

de Futur simple
de regels en de uitzondering
 & oefenvragen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

de futur simple II 


 
van regelmatige
en onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Slide

ik zal geven (donner) = ....
A
je donne
B
je donnai
C
je donnerai

Slide 5 - Quiz

jij zult laten zien (montrer) = ......
A
tu montres
B
tu montreras
C
tu montras

Slide 6 - Quiz

jullie zullen stoppen (finir) = ........
A
vous finissez
B
vous finirez
C
vous finez

Slide 7 - Quiz

zij zullen eten (manger) = .....
A
elles mangent
B
elles mangont
C
elles mangeront

Slide 8 - Quiz

hij zal zijn (être) = ....
A
il esr
B
il êtrea
C
il sera

Slide 9 - Quiz

we zullen hebben (avoir) = ....
A
nous avons
B
nous avoirons
C
nous aurons

Slide 10 - Quiz

ze zullen gaan (aller) = ....
A
ils alleront
B
ils allent
C
ils iront

Slide 11 - Quiz

> Zet de stam voor de Futur bij het juiste werkwoord:
faire
doen
être
zijn
pouvoir
kunnen
aller
gaan
avoir
hebben
voir
zien
FER
IR
AUR
POURR
VERR
SER

Slide 12 - Drag question

Dus: 
ik zal zijn
ik zal hebben
ik zal gaan
Ik zal kunnen
ik zal zien
ik zal doen
j'aurai
je serai
je pourrai
j'irai
je verrai
je ferai

Slide 13 - Drag question

faire
doen
être
zijn
pouvoir
kunnen
aller
gaan
avoir
hebben
vouloir
willen
venir
komen
FER
IR
AUR
POURR
VOUDR
SER
VIENDR

Slide 14 - Drag question

j'rai
tu iras
nous irons
il ira
vous irez
ils / elles  iront
elle ira
jullie zullen gaan
 ik zal gaan
 jij zult gaan
hij zal gaan
wij zullen gaan
zij zullen gaan
zij zal gaan

Slide 15 - Drag question

je serai
tu feras
nous irons
il viendra
vous pourrez
ils auront
elles voudront
u zult kunnen
 ik zal zijn
 jij zult doen
hij zal komen
wij zullen gaan
zij zullen hebben
zij zullen willen

Slide 16 - Drag question