Les 3 futur onregelmatig

Grammaire
Futur simple

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammaire
Futur simple

Slide 1 - Slide

Regelmatige werkwoorden
hele werkwoord + uitgangen avoir

ai,as,a,ons,ez,ont

Slide 2 - Slide

parler -> Nous ... français.

Slide 3 - Open question

prendre-> Je... une glace.

Slide 4 - Open question

regarder-> Ils ... la télévision.

Slide 5 - Open question

réflechir-> Vous ... sur le problème.

Slide 6 - Open question

Onregelmatige vormen
avoir, être, faire, aller, vouloir, pouvoir, venir, voir

Slide 7 - Slide


avoir = aur- 
être = ser-
faire = fer-
aller = ir-
devoir= devr-

vouloir = voudr-
pouvoir= pourr-
venir = viendr-
voir = verr-

Slide 8 - Slide

Je serai
A
Ik zal hebben
B
Ik zal zijn
C
Ik zal gaan
D
Ik zal kunnen

Slide 9 - Quiz

J'irai
A
Ik zal hebben
B
Ik zal zijn
C
Ik zal gaan
D
Ik zal kunnen

Slide 10 - Quiz

J'aurai
A
Ik zal hebben
B
Ik zal zijn
C
Ik zal gaan
D
Ik zal kunnen

Slide 11 - Quiz

Je pourrai
A
Ik zal hebben
B
Ik zal zijn
C
Ik zal gaan
D
Ik zal kunnen

Slide 12 - Quiz

Nous devrons
A
Wij zullen willen
B
Wij zullen moeten
C
Wij zullen komen
D
Wij zullen zien

Slide 13 - Quiz

Nous verrons
A
Wij zullen willen
B
Wij zullen moeten
C
Wij zullen komen
D
Wij zullen zien

Slide 14 - Quiz

Nous voudrons
A
Wij zullen willen
B
Wij zullen moeten
C
Wij zullen komen
D
Wij zullen zien

Slide 15 - Quiz

Nous viendrons
A
Wij zullen willen
B
Wij zullen moeten
C
Wij zullen komen
D
Wij zullen zien

Slide 16 - Quiz

Zij (m) zullen komen

Slide 17 - Open question

Hij zal moeten

Slide 18 - Open question

Jullie zullen kunnen

Slide 19 - Open question

Wij zullen hebben

Slide 20 - Open question

www.verbuga.eu
Tijden
Futur
Onregelmatige werkwoorden:
avoir, être, faire, aller, devoir, vouloir, pouvoir, venir, voir
Regelmatige werkwoorden:
aimer, entendre

Slide 21 - Slide