Woordsoorten H3: Hww, zww en kww

Welkom klas 2 havo
We maken er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook (Lessonup-code komt op bord), boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Noteer alle koppelwerkwoorden (zonder te spieken)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom klas 2 havo
We maken er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook (Lessonup-code komt op bord), boek Nederlands en je schrift
Stap 3: Noteer alle koppelwerkwoorden (zonder te spieken)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt een zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord en koppelwerkwoord herkennen en benoemen in een zin.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Lezen/Pitch 
Nakijken oefening in Google Classroom bijwoord en voorzetsel
Herhalingsoefening zww, hww en kww.
Huiswerk volgende les: Online Nieuw Nederlands opdr. 1, 2, 3 en 5.

Slide 3 - Slide

Lezen/Pitch
Welke leerlingen zijn er aan de beurt?

timer
6:00

Slide 4 - Slide

Nakijken huiswerk
Je krijgt 6 minuten om het huiswerk na te kijken in Google Classroom.
Ondertussen loop ik rond om het huiswerk te controleren.

Slide 5 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat een hulpwerkwoord is

Slide 6 - Open question

Maak een zin waar tenminste één hulpwerkwoord in staat.

Slide 7 - Open question

Een zelfstandig werkwoord zie je alleen in een zin met een naamwoordelijk gezegde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

In de volgende zin zit een koppelwerkwoord: Ik ben mijn cadeau voor jou vergeten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Bevat de volgende zin een zelfstandig werkwoord? Wie zal op wat lekkers trakteren?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Benoem het zelfstandig werkwoord van de zin: Wie zal op wat lekkers trakteren?

Slide 11 - Open question

Benoem de soorten werkwoord in de zin: Ik had dit eigenlijk al lang moeten uitvoeren

Slide 12 - Open question

Benoem de soorten werkwoorden in de zin: Mijn opa is vroeger piloot geweest

Slide 13 - Open question

Aan het werk
Maken: Opdracht 1, 2, 3 en 5 Online
Klaar? Leren: Woordsoorten tot nu toe!
blw, olw, zn, (stoffelijk) bn, zww, hww, kww, aanw.vnw., vr.vnw,  pers.vnw., bez.vnw, bw, vz.

Volgende les: Oefenen zinnen taalkundig ontleden

Slide 14 - Slide