3h5 13/1 zke - hh grammatica en voca

Bienvenue au cours de français!

3h5
le 13 janvier 2021

Au programme:
- herhaling: test van alle grammatica
- la francophonie - compréhension orale

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!

3h5
le 13 janvier 2021

Au programme:
- herhaling: test van alle grammatica
- la francophonie - compréhension orale

Slide 1 - Slide

Les objectifs de ce cours
- de imparfait en passé composé zijn opgefrist en je kunt deze toepassen


- Gelukt met huiswerk? Présent vorm?
- over de toetsweek..

Slide 2 - Slide

Le planning
13/1/2021 --- Luva francofonie youtube, herhaling grammaire, bron a of b
19/1/2021 --- Formatieve toets grammatica (onregelmatige werkwoorden)
20/1/2021 --- Bron D+J zinnen, Bron G grammatica (werkwoord) ----> ...........
26/1/2021 --- Bron I grammatica (herhaling), Bron H in groepjes
27/1/2021 --- Francofolies, opfrissen chapitre 1 t/m chapitre 3.

Questions?

Slide 3 - Slide

Conditionnel: wat is de stam van être

Slide 4 - Open question

Futur Simple: wat is de stam van aller

Slide 5 - Open question

Imparfait: wat is de stam van venir

Slide 6 - Open question

Passé composé:
Wat is het voltooid deel van avoir?
Tu as ............

Slide 7 - Open question

Zet in de conditionnel
Ils (venir)
A
viendrient
B
venait
C
veniraient
D
viendraient

Slide 8 - Quiz

Zet in de futur simple
Je/j (être)
A
je serai
B
j'étais
C
je serais
D
j'ai été

Slide 9 - Quiz

Zet in de imparfait
mes parents (aller)
A
mes parents allient
B
mes parents vont
C
mes parents allaient
D
mes parents iront

Slide 10 - Quiz

Zet de zin in de passé composé
Nous faisons de la danse

A
Nous ont fait de la danse.
B
Nous a fait de la danse.
C
Nous avons fait de la danse.
D
Nous avez fait de la danse.

Slide 11 - Quiz

Zet de zin in de passé composé
Kim et Sophie (aller) au supermarché
A
ont allé
B
ont allés
C
sont allés
D
sont allées

Slide 12 - Quiz

Zet van de futur simple naar de présent:
Je prendrai --> Je ......

Slide 13 - Open question

Livre de textes p. 138 --> onregelmatige ww'en vervoegd
p. 131 --> uitleg v. werkwoordstijden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Ex. 1
Welke vraag staat centraal in dit filmpje?
......

Slide 17 - Slide

Ex. 2 - waar of niet waar?
Welke vraag staat centraal in dit filmpje?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Ex. 3
Waar staan deze getallen voor?
67 millions = ............
274 millions = ............
5e = ............
3e = ............
4e = ............

Slide 20 - Slide

Ex 4.
Leg in eigen woorden uit waarom het aantal Franstaligen in de komende 50 jaar flink zal toenemen
......

Slide 21 - Slide

Ex 5.
De verspreiding van de Franse taal heeft voordelen voor Frankrijk. Noem minstens één voordeel dat in het filmpje wordt genoemd.
......

Slide 22 - Slide

Ex. 6
Maak de volgende zin af in het Frans. Sluit aan bij wat je in het filmpje gezien en gehoord hebt; gebruik ongeveer 10 woorden. 

C'est malin d'apprendre le français, car... (Het is slim om Frans te leren, want...)

Slide 23 - Slide

Au travail!
- Begin met de luisteropdracht. Schrijf de antwoorden op op een blaadje. Deze gaan we straks samen bespreken.

Daarna doe je onderstaande, je kiest zelf de volgorde: 
- Kijk je werkwoordstabellen na m.b.v. de tabellen vanaf p. 138.
- Oefen minstens 10 minuten met verbuga of slim stampen
- Maak van Chapitre 3 minstens 1 bron (online methode): 
Bron A luistervaardigheid (ex. 1 t/m 7) of Bron B leesvaardigheid (ex. 8 t/m 12).

Slide 24 - Slide

Les devoirs pour mercredi 20 janvier 
- Kijk je werkwoordstabellen na m.b.v. de tabellen vanaf p. 138 tekstboek.
- Oefen minstens 10 minuten met verbuga of slim stampen
- Maak van Chapitre 3 minstens 1 bron  (online methode): 
Bron A luistervaardigheid (ex. 1 t/m 7) of Bron B leesvaardigheid (ex. 8 t/m 12).- 

Slide 25 - Slide

Vergeet niet:

Reminder van de stof voor de toets in de toetsweek:
Woordenlijst + Phrases Clés van Chapitre 3 
+ alle werkwoordstijden van de volgende werkwoorden: avoir, etre, faire, aller, prendre, venir

(présent, passé composé, imparfait, futur simple, conditionnel. Zie ook 
p. 138 van je livre de textes)

Slide 26 - Slide