This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
D-toets Hfst.3 Productiedieren houden
Slide 1 - Slide
Een scheit is een kruising tussen een schaap en een geit. Zijn de schaap en de geit van dezelfde diersoort?
A
ja, de nakomelingen zijn vruchtbaar
B
nee, de nakomelingen zijn niet vruchtbaar
C
ja, want ze lijken genetisch erg op elkaar
D
nee, ze paren in het wild niet met elkaar
Slide 2 - Quiz
Van wat voor type is dit dier?
A
Melktype
B
Legtype
C
Vleestype
D
Woltype
Slide 3 - Quiz
Wat bedoelen we met dierenwelzijn?
A
De geestelijke gezondheid
B
Geestelijke en lichamelijke gezondheid
C
Lichamelijke gezondheid
D
Productie van het dier
Slide 4 - Quiz
Is een stal waar koeien vaststaan aan een riem een ligboxenstal, grupstal of potstal?
Slide 5 - Open question
Wat is een zoönose?
A
Besmetting van het dier
B
Besmetting van de mens
C
Dodelijke ziektekiemen
D
Besmetting van dier op mens
Slide 6 - Quiz
Wat is deze man aan het doen?
A
Dierenverblijf aan het vegen
B
Dierenverblijf aan het poetsen
C
Dierenverblijf aan het ontsmetten
D
Dierenverblijf aan het reinigen
Slide 7 - Quiz
Sleep de juiste naam naar de juiste foto.
ram
ooi
beer
zeug
Slide 8 - Drag question
Wat is een ander woord voor de "vruchtbare periode" bij dieren?
A
bronst
B
dracht
C
geboorte
D
KI
Slide 9 - Quiz
Hoelang duurt het uitbroeden van een kippenei?
A
21 uur
B
21 dagen
C
21 weken
D
21 maanden
Slide 10 - Quiz
Hoe noemen we de eerste melk na de geboorte van een kalf?
A
tocht
B
biest
C
ondermelk
D
kwark
Slide 11 - Quiz
Sleep de juiste naam bij het plaatje.
carnivoor
herbivoor
omnivoor
Slide 12 - Drag question
Welke tanden ontbreken er bij een planteneter?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
plooikiezen
Slide 13 - Quiz
wat wordt er bedoeld met "jouw footprint"?
A
Hoe groot jouw schoenmaat is
B
Hoeveel grond je bezit
C
Hoeveel je ouders bezitten
D
Hoeveel grond er nodig is voor de productie van de producten die jij gebruikt
Slide 14 - Quiz
Wat zijn kenmerken van een gezond dier?
A
Verkleurde huid
B
Roze slijmvliezen
C
Rode slijmvliezen
D
witte slijmvliezen
Slide 15 - Quiz
Een bedrijf heeft 40 vleesvarkens. 1 vleesvarken produceert 3,4 m3 mest per maand. Wat is de totale maandproductie aan mest? Geef het antwoord alleen in cijfers en twee decimalen.