Klas 2 Begrijpend Lezen - termen plus oefentekst


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant:Les 2
               Klas 2
           
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant:Les 2
               Klas 2
           

Slide 1 - Slide

Het schrijven van de Dorpskrant
In de Jaarbijlage/Studiewijzer 'De Dorpskrant' bij het vak Nederlands staat een map 'De Dorpskrant' waar o.a. de volgende documenten staan:
1. Document 'Opdracht de Dorpskrant VWO Leerlingen'; hier wordt de                     opdracht duidelijk uitgelegd. Dus lees deze goed!

2. Document 'Klas 2 Dorpskrant Overzicht specifieke criteria...'; hier moet je met je groepje alle gevraagde informatie over de stukjes in jullie krant invullen. Let op: Je moet dit ingevulde document gelijk met de Dorpskrant inleveren

Slide 2 - Slide

De opdracht
Ieder dorp heeft zijn eigen dorpskrant. Een krant waarin alles wat er in het dorp gebeurt, wordt beschreven. Bijvoorbeeld de geboortes of een aankondiging van het dorpsfeest of ruzie tussen inwoners. 
Houd je tekstdoelen in de gaten wanneer je kiest voor een stukje dat je voor de krant gaat schrijven.(amuserend, overtuigend, informerend, opiniërend of activerend). Aan deze doelen zijn de tekstvormen gekoppeld t.w. nieuwsbericht, ingezonden brief, reclame/advertentie, gedicht, strip, horoscoop, weerbericht, puzzel of iets anders!

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides over de theorie betreffende het schrijven.

Slide 4 - Slide

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 5 - Quiz

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 6 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 7 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 8 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 9 - Quiz

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 10 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 11 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 12 - Open question

Op welke vraag wil de tekst antwoord geven?

Slide 13 - Open question

In welke alinea wordt uitgelegd waardoor er steeds meer kinderen met handschriftproblemen komen?
A
Alinea 1
B
Alinea 2
C
Alinea 3

Slide 14 - Quiz

Wat is de kernzin
van alinea 2?
A
Volgens handschrifttherapeut Peggy de Vries hebben handschriftproblemen vooral te maken met het feit dat de overheid aan het vak Schrijven geen prioriteit meer geeft.
B
De Vries vindt het logisch dat het resultaat een toenemend aantal kinderen met handschriftproblemen is.
C
Alinea 2

Slide 15 - Quiz

Wat is de kernzin
van alinea 3?
A
Een slecht leesbaar handschrift leidt vaak tot grote frustratie bij een leerling.
B
Per slot van rekening wordt zo'n 50 procent van de tijd op school besteed aan schrijftaken voor diverse vakken.
C
Alinea 3

Slide 16 - Quiz

Welke oorzaken van handschriftproblemen noemt de tekst?
A
Vak schrijven heeft geen prioriteit meer op de basisschool .
B
Vak schrijven heeft geen prioriteit meer op de basisschool en in de opleidingen voor leraar basisonderwijs.
C
Motorische beperkingen veroorzaken handschriftproblemen.
D
Vak schrijven heeft geen prioriteit meer op de basisschool en in de opleidingen voor leraar basisonderwijs. Ook motorische beperkingen veroorzaken handschriftproblemen.

Slide 17 - Quiz

Uit hoeveel stappen bestaat de werkwijze van handschrifttherapeut De Vries?
A
3 stappen
B
4 stappen
C
5 stappen
D
6 stappen

Slide 18 - Quiz

Noteer uit alinea 6 de zin die de hoofdgedachte van de tekst het best weergeeft.

Slide 19 - Open question