Herhaling Voeding

Herhaling Voeding
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Voeding

Slide 1 - Slide

Leerdoelen les 1:
  • Je kan alle onderdelen van het spijsverteringsstelsel benoemen inclusief hun functie 
  • Je kan alle voedingstoffen benoemen inclusief hun functie
  • Je kan een tandformule aflezen

Slide 2 - Slide


Tekst
In welk onderdeel van het spijsverteringsstelsel wordt de voedselbrij gekneed en gemengd met de eerste verteringsenzymen. Bacteriën en indringers worden hier gedood.
A
Mond
B
Maag
C
Dunne Darm
D
Dikke Darm

Slide 3 - Quiz

Welk dier is een herbivoor?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Wat is de gebitsformule van een volwassen cavia?
A
3i, 1c, 3p, 0m 3i, 1c, 3p, 0m
B
3I, 1C, 3P, 1M 3I, 1C, 2P, 1M
C
1i, 0c, 1p, 3m 1i, 0c, 1p, 3m
D
1I, 0C, 1P, 3M 1I, 0C, 1P, 3M

Slide 5 - Quiz


Waarom is een konijn een hindgut fermenteerder?
A
Vertering vindt vooral plaats in de maag
B
Vertering vindt vooral plaats in de dunne darm
C
Vertering vindt vooral plaats in dikke darm en blinde darm

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen les 2:
  • Je weet het verschil tussen voedingsstof en voedingsmiddel
  •  Je kunt alle voedingsstoffen benoemen inclusief hun functie

Slide 7 - Slide

Welke voedingsstoffen leveren energie?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 8 - Quiz

Wat een dier eet en drinkt is.........?
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 9 - Quiz

Hoe krijgt een dier vocht binnen?
A
Water drinken
B
Reserves in het lichaam
C
Uit de voeding
D
Opnemen van vocht via de huid

Slide 10 - Quiz

Wat gebeurt er bij een gebrek aan eiwitten in de voeding?
A
Minder weerstand
B
Spier afbraak
C
Hersen beschadiging

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen les 3:
  • Je kunt het verschillende voersoorten benoemen en herkennen
  • Je weet wat grondstoffen zijn

Slide 12 - Slide

Welke is KVV?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Welke is BARF?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Welke is geperste brok?
A
B
C

Slide 15 - Quiz

Welke grondstof maakt het geschikt voor omnivoren?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Leerdoelen les 4:
  • Je kunt de koolhydraten uitrekenen van een voer
  • Je kunt de metaboliseerbare energie van een voer uitrekenen
  • Je kunt het rantsoen van een dier bepalen aan de hand van de verpakking

Slide 17 - Slide

Reken de koolhydraten uit van dit voer.

Je krijgt 30 seconden en vult antwoord op volgende dia in

Slide 18 - Slide

Noteer de koolhydraten

Slide 19 - Open question

Reken nu de metaboliseer-bare energie uit van dit voer.

Je krijgt  60 seconden en vult antwoord op volgende dia in

Slide 20 - Slide

Noteer de M.E. energie

Slide 21 - Open question

Hoeveel voer krijgt een hond van 18 kg met gemiddelde activiteit per keer? (krijgt 2x per dag voer)

Vul in op andere dia (30 seconden)

Slide 22 - Slide

Hoeveel voer krijgt de hond van 18 kg per keer (2x per dag voer)?

Slide 23 - Open question

Leerdoelen les 5:
  • Je kan aan de hand van een voerverpakking het voerrantsoen voor overige gezelschapsdieren bepalen 

Slide 24 - Slide

Wat is het voerrantsoen voor 2 chinchilla's op een dag?
Vul in op volgende dia

Slide 25 - Slide

Wat is voerrantsoen van 2 chinchilla's?

Slide 26 - Open question

Wat is het voerrantsoen van 3 fretten op een dag?
Vul in op volgende dia

Fret weegt gemiddeld 1200 gram

Slide 27 - Slide


Slide 28 - Open question

Leerdoel les 6:
  • Weet je de voor- en nadelen van verschillende verpakkingsvormen
  •  Weet je hoe je voeding moet bewaren en opslaan
  • Kan je het voer beoordelen op kwaliteit

Slide 29 - Slide


Je moet de hamsters gaan voeren met dit voer
A
Ja doe ik, voer is van goede kwaliteit
B
Nee doe ik niet, voer bevat ongedierte
C
Ja doe ik, ongedierte is extra dierlijke eiwitten
D
Ja doe ik, eenmalig voor extra eiwitten. Gooi voer wel weg

Slide 30 - Quiz

Welke verpakking is ongeopend het langste houdbaar?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz

Kwaliteit ingredienten
  • Ingrediënten staan op aflopende volgorde
  • Open declaratie zijn grondstoffen vaak van hogere kwaliteit 
  • Fabrikanten proberen hun voer vaak beter voor te spiegelen dan van concurrent

Slide 32 - Slide

Welke denk jij dat van hogere kwaliteit is?

Slide 33 - Slide

Vers 14 + 7 + 7 + 6 + 5 + 5 + 4 + 4 + 4 = 56 % waarvan 70% vocht uitgehaald wordt, blijft er ongeveer 17% 'droge grondstof' over
Dierlijke ingrediënten 'droge grondstof' = 45%

Slide 34 - Slide

Welke voer is van betere kwaliteit?
A
B

Slide 35 - Quiz

Einde van de les
Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Slide