Koolhydraten zijn suikers en zetmeel .
Zetmeel wordt tijdens het verteringsproces verteerd (in stukjes wordt 'geknipt'), dan ontstaat GLUCOSE. Ook suiker wordt omgezet in glucose. Glucose is brandstof.
Alle cellen in het lichaam hebben glucose (brandstof) nodig omdat ze hard aan het werk zijn om het lichaam goed te laten werken.
Glucose kan worden omgezet (bewaard) in de lever of de spieren. Je noemt het dan glycogeen. Als het lichaam te weinig glucose heeft, komt het vrij vanuit de spieren / lever.
Koolhydraten leveren vooral brandstof, ze zijn belangrijk om optimaal te kunnen bewegen, denken en bijv. je te kunnen concentreren. Als je meer binnenkrijgt, dan je gebruikt, worden koolhydraten omgezet in vet.