Grammatica hoofdstuk 1 (les 6 di)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je iPad (dicht)
• je leerwerkboek
• je leesboek
• je schrift
• klascode: pwxhp

Planning

• Herhalen tijden werkwoord
• Werkmoment (zelf door LessonUp)
• 12.25 uur quiz via Kahoot!
• Afsluiten van de les

Tijden van het werkwoord

Plaats 1

Plaats 2

Plaats 3

Onvoltooid: geen vorm van hebben/zijn en geen voltooid deelwoord

Voltooid: vorm van hebben/zijn + voltooid deelwoord

Tegenwoordige tijd/verleden tijd: persoonsvorm

Combinaties: o.t.t. / o.v.t. / v.t.t. / v.v.t.

onvoltooid/voltooid

tegenwoordig/verleden

tijd

De tijden van het werkwoord

Zet het werkwoord in de gevraagde tijd.

Hij (fietsen)               o.t.t.

Plek 1: o dus onvoltooid (dus geen hebben/zijn/voltooid deelw)

Plek 2: t dus tegenwoordige tijd (nu)

Plek 3: t staat gewoon voor tijd

De tijden van het werkwoord

Zet het werkwoord in de gevraagde tijd.

Hij (fietsen)   fietst.            o.t.t.

Plek 1: o dus onvoltooid (dus geen hebben/zijn/voltooid deelw)

Plek 2: t dus tegenwoordige tijd (nu)

Plek3: t staat gewoon voor tijd

De tijden van het werkwoord

Zet het werkwoord in de gevraagde tijd.

Wij (wandelen)               v.v.t.

Plek 1: v dus voltooid (vorm van hebben/zijn + voltooid deelw)

Plek 2: v dus verleden tijd (gisteren)

Plek 3: t staat gewoon voor tijd

De tijden van het werkwoord

Zet het werkwoord in de gevraagde tijd.

Wij (wandelen)  hadden gewandeld.             v.v.t.

Plek 1: v dus voltooid (vorm van hebben/zijn + voltooid deelw)

Plek 2: v dus verleden tijd (gisteren)

Plek 3: t staat gewoon voor tijd

Werkmoment

• Kijk welke versterk jezelf oefeningen de digitale methode aangeeft bij 1.7 en 1.8. Maak deze!
• In de volgende slides vind je extra uitleg bij verschillende onderwerpen: vaste volgorde ontleden in zinsdelen (1.7), verschillende woordsoorten benoemen (1.8), correct spellen van werkwoorden (1.8/1.9). 
• Bekijk de uitleg die jij nodig hebt.

12.25 uur Kahoot!

Zinsontleding (1.7)

Ben je nog zoekend hoe je ook alweer de persoonsvorm vindt, zinsdeelstrepen zet, het onderwerp vindt en hoe je al die andere te benoemen delen vindt?

• Kijk het filmpje 'vaste volgorde'  in de methode bij 1.7.
• Lees het schema op pagina 233 in je leerwerkboek.
• Hierna volgen verschillende filmpjes per zinsdeel. 
  
• Kijk het filmpje dat jij handig vindt.

Woordsoorten herhaling (1.8)

Op de volgende slide vind je een filmpje met uitleg over de woordsoorten. 

Pak je boek op pagina 63 erbij waar de woordsoorten staan die je moet kennen. 

Let op! Het filmpje noemt iets meer woordsoorten dan je nu hoeft te kennen.

Mocht je de woordsoorten goed kennen, dan kun je het filmpje overslaan.

Werkwoordspelling (1.8/1.9)

• De verschillende tijden van het werkwoord staan op pagina 66 in je boek. Lees deze theorie goed door. Ken je ze nog allemaal? De toekomende tijd hoef je nog niet te kennen.
• In de digitale methode in paragraaf 1.9 staat een uitlegfilmpje over de tegenwoordige tijd en verleden tijd. Het schema dat hierbij wordt gebruikt (van leerjaar 1) staat in je boek op pagina 72.
• Wil je de ultieme uitleg in een filmpje bekijken? Start dan het filmpje op de volgende slide. 

En? Hoe ging het?

• Alle versterk jezelf oefeningen van 1.7 en 1.8 gedaan en extra informatie bekeken?
  
• Alle vorige opdrachten van 1.7 en 1.8 gemaakt (lees na in Magister)?
  
• Dan heb je hard gewerkt!
• Je kunt nu het huiswerk voor donderdag maken of wachten op de quiz om 12.25 uur.

Om 12.25 uur doen we een quiz via Kahoot!

create.kahoot.it

Afsluiting

• Huiswerk volgende les staat in Magister.
• We gaan verder met 1.8 grammatica woordsoorten.