Provincie: Een groot stuk land met zijn eigen regels. Het is verdeeld in steden en dorpen.
Gemeente: Een kleinere plek, zoals een stad of dorp. Het heeft zijn eigen regels en een burgemeester die de baas is.
Gemeentehuis: Het is als het kantoor van de stad of het dorp. Mensen gaan hier naartoe voor belangrijke dingen zoals paspoorten, vergunningen en om te stemmen.
Verzorgingshuis: Een huis waar oudere mensen wonen als ze niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen. Ze krijgen daar hulp.
Pensioen: Geld dat mensen krijgen als ze oud zijn en niet meer werken.
Buurtbewoner: Iemand die in dezelfde buurt woont als jij.
Zorghulp: Iemand die helpt met dingen zoals schoonmaken of persoonlijke verzorging, vooral voor mensen die ziek of oud zijn.
Huisschilder: Iemand die de buitenkant of binnenkant van huizen verft.
Crèche: Een plek waar jonge kinderen naartoe gaan als hun ouders aan het werk zijn. Ze spelen daar en worden verzorgd.
Inburgeringsexamen: Een test die mensen moeten doen als ze naar een nieuw land komen om te bewijzen dat ze de taal en cultuur begrijpen.