1

voor vandaag:
eerste stuk theorie over de wetten
tweede stuk theorie over medicatie
praktijk : uitzetten medicatie
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

voor vandaag:
eerste stuk theorie over de wetten
tweede stuk theorie over medicatie
praktijk : uitzetten medicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vak VTH op maandag
Intro
 week 1 : kennismaking vak : wetgeving, richtlijnen, voorbehouden handelingen start: medicatie
week 2: medicatie
week 3 : wondzorg
week 4: Wondzorg en warmteregulatie
week 5diabetes , Bloedsuiker meten en insuline toedienen
week 6: en 7: Start subcutaan en intramusculair injecteren
week 8: Monsters verzamelen en voorbereiden toets
week 9 aftekenen en toets.
week 10: herkansing toets.




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wetten in de gezondheidszorg
Welke wetten kennen wij
allemaal in de zorg? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wetten in de zorg
  • Wet BIG
  • Wet Zorg en Dwang (vervang wet BOPZ)
  • Wet Middelen en Maatregelen
  • Wet Kwaliteit, Klachten, Geschillen en Zorg
  •  WGBO (behandelings overeenkomst)
  • WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning)
  • WLZ (Wet langdurige zorg)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wet BIG
Beroep

Individuele

Gezondheidszorg

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe je BIG regristratie behouden?
A
In 5 jaar 2.500 uur werken
B
Ongeveer 20 uur per week werken
C
In 5 jaar 2.080 uur werken
D
Ongeveer 10 uur per week werken

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het waar over docent VP en BIG?
A
Je kan je BIG behouden als je les geeft in het vakgebied
B
Je kan BIG behouden als je naast je lessen een speciale cursus volgt
C
Je kan je BIG behouden als je les geeft

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bevoegd en bekwaam

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Regels rondom geneesmiddelen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Regelen en voorschriften
 

Geneesmiddelenwet regelt in Nederland zaken rondom de productie, de handel, het voorschrijven en verstrekken van geneesmiddelen. De wet bevat ook voorschriften om een veilig gebruik van geneesmiddelen te stimuleren.


Opiaten zijn pijnstillende middelen die verslavend kunnen werken, zoals opium, morfine, cocaïne, heroïne en methadon. Deze medicijnen vallen onder de Opiumwet.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Geneesmiddelenwet
  • Op recept
  • Zonder recept, alleen in apotheek
  • Zonder recept, alleen in apotheek of drogist
  • Zonder recept, algemeen verkrijgbaar

Arts moet op de hoogte zijn van de eigenschappen van medicatie.
Arts moet de patiënt voorlichten.
Arts en patiënt bepalen wat de meest geschikte toedieningsvorm is.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

medicatie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Altijd in originele verpakking
< Baxter 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke medicijnen zitten niet in de baxter?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Losse medicijnen
Zalf, pleister, poeder, inhalatiemedicatie, zetpillen, chemotabletten, antibioticakuur, antistollingsmedicatie trombosedienst

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Risico's medicijngebruik
  • Bijwerkingen
  • Ophoping medicijn
  • Interactie
  • Verslaving
  • Gewenning/tolerantie

Slide 23 - Slide

Bijwerkingen:
Niet gewenste en schadelijke effecten van een geneesmiddel
waarvan de gebruikelijke dosering is gegeven

Cumulatie: Wanneer het middel te vaak
wordt gegeven is de vorige
dosis nog niet voldoende
uitgescheiden en stijgt de
plasmaconcentratie
vootdurend. Dan ontstaat
ophoping of cumulatie van
het geneesmiddel tot
toxische of zelfs lethale
dosis

interactie:
Een wisselwerking tussen medicijnen die tot verandering in de werking en bijwerkingen kunnen leiden

gewenning: Je lichaam went aan het medicijn en je hebt een steeds hogere dosis nodig om hetzelfde effect te ervaren.


Bijsluiter
  • Samenstelling
  • Indicatie: waar wordt het middel voor gegeven?
  • Werking
  • Dosering 
  • Bijwerkingen
  • Gebruik tijdens zwangerschap
  • Wijze van inname
  • Waarschuwingen 
  • Werkzame stof en hulp/vulstoffen
Alles moet benoemd worden op bijsluiter i.v.m.
overgevoeligheid

Slide 24 - Slide

waarschuwingen
Met welke geneesmiddelen gaat het middel
niet goed samen
• Niet innemen met melk, grapefruitsap…

• Wanneer kun je het beter niet innemen
(contra-indicatie)

hulpzame stoffen of vulstoffen
bijvoorbeeld zetmeel
Controleren van medicatie
Bijsluiter
Regel van 5

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tijd voor kennis testen!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Capsule

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Smelttablet

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Smelttablet
D
Capsule

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Drank
B
Klsyma
C
Gel
D
Spray

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Gel
B
Klysma
C
Drank
D
Druppelvloeistof

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Smelttablet

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Paracetamol is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Echinaforce is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Fosinopril (bloeddrukverlager) is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Oraal betekent..
A
medicijnen via de anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een injectie
D
medicijnen via de mond

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Medicatie uitzetten
- dubbel check  (apotheek)
- baxtersysteem 
- aftekenen van medicatie
Fouten bij medicatie 
MIC melding (instelling moet fouten bijhouden)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

praktijk opdracht!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
3 groepjes:

uitzetten volgens de lijst
jullie hebben nachtdienst  en zetten uit voor 24 uur.




Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor volgende week maandag:
Neem 3 soorten Medicatie die ze gebruiken op je werk.
Deze ga je uitwerken:
- wat is de Generiek naam en  merknaam.
- Wat is de contra indicatie van dit medicijn?
- Wat is de werking van dit medicijn?
-Welke verschillende toedieningsvormen heeft dit medicijn?
- Hoe is de distributie en opbergsysteem geregeld  bij deze persoon voor dit medicijn?
In tieme:
module: 9
en module 9.2 en 9.3

-

Slide 41 - Slide

This item has no instructions