les activiteiten en aandachtspunten doelgroepen

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Les 8 en 9

Begeleiden verschillende doelgroepen

Terugblik vorige les

Volgende vragen beantwoorden, boek blz. 37 t/m 42:

1. Op welke 2 manieren ontwikkelen individuen zich in groepsprocessen?

2. Wat is het verschil tussen een horizontale groep en een verticale groep?

3. Noem de 5 fasen bij de ontwikkeling van een groep?

vragen in een word document, GEEF DIT DOCUMET EEN NAAM!!!,

uploaden bij les 9

Waar gaan we het over hebben?

• Stimuleren en begeleiden tijdens de uitvoering van activiteiten per doelgroep
• LSD en Laat OMA thuis!

Begeleiding en activiteiten per doelgroep (blz. 50 t/m 60)

De 7 doelgroepen, die je als helpende in je toekomstige werk kunt gaan tegenkomen zijn:

1. baby's

2. peuters

3. kleuters

4. schoolkinderen

5. jongeren

6. volwassenen

7. ouderen

Baby's (0 tot 18 maanden)

Kenmerken:

* Veel verzorging

* Ontdekt de wereld d.m.v. zijn zintuigen

* Rond 18 maanden lopen baby's

Activiteiten en aandachtspunten bij baby's:

 Activiteiten bij baby's zijn  gericht op: 

•  geluid en beweging (zintuigen)
• praten tegen een baby
•  naar muziek luisteren en zingen
• kiekeboe-spelletjes

OPDRACHT

Bij baby's kun je gebruik maken van spelmateriaal die gericht zijn op . 

opdracht: 

1. zoek op internet, in reclamefolders of in tijdschriften voorbeelden van dit spelmateriaal dat zintuigen stimuleert bij baby's
2. Maak hiervan een collage (fysiek of digitaal) en schrijf erbij welk zintuig wordt gestimuleerd, of een combinatie van de zintuigen.

Stuur dit in een apart word document (foto of document) op naar je docent in Cumlaude. wat is een collage? een voorbeeld tref je aan in de volgende dia.

voorbeeld van een collage

een collage is een bonte verzameling

beeldmateriaal dat bij elkaar hoort.

in deze opdracht is dat dus:

- spelmateriaal voor zintuigen baby's -

'Je zoekt dus afbeeldingen van spelmateriaal voor baby's dat bedoeld is om een zintuig te stimuleren'

je moet ALLE zintuigen in de collage laten terugkomen. Bij alle afbeeldingen 'schrijf je in woorden neer welk zintuig het stimuleert

Peuters (11/2 tot 4 jaar)

kenmerken van de peuter:
(bladzijde 52 boek)

Activiteiten en aandachtspunten peuters:

Activiteiten gericht op:

* stimuleren van de fijne motoriek;

* het doen (=proces) is belangrijker dan het eindresultaat

(product);

* dagelijks leven

*samen spelen, maar dat is nog moeilijk voor een peuter

Bedenk 8 activiteiten voor peuters gericht op de motoriek?

kleuters (4 tot 6 jaar)

Een verschil tussen een peuter en een kleuter is dat een kleuter zindelijk is.

op blz. 54 boek, lees een en aantal voorbeelden van dit verschil.

welke 6 verschillen tussen wat een kleuter wel al kan en een peuter nog niet, heb je gelezen? (blz. 54 boek)

Activiteiten en aandachtspunten kleuter

Als je naar de soorten activiteiten kijkt dan zijn de onderstaande soorten spelen belangrijk voor kleuters.

a. Educatieve spelen

b. Sociale spelen

c. Sportieve spelen

Bedenk voor een kleuter 1 activiteit die te maken heeft met de 3 soorten activiteiten van dia 25.

Voorlezen aan kleuters

Kleuters vinden het erg leuk om voorgelezen te worden.

Als je voorleest aan kleuters, dan is het belangrijk dat je vragen stelt over het verhaal.

Op de volgende slide zie je een afbeelding van een verhaal.

welke 5 vragen zou je kleuters kunnen stellen over dit plaatje?

schrijf hier de 5 vragen, die je hebt bedacht bij de afbeelding van vorige dia, die je aan kleuters over dit plaatje zou kunnen stellen

Het schoolkind (6 tot 12 jaar)

Kenmerken:

* Leert lezen, schrijven en rekenen;

* Zelfredzaamheid is goed;

* Willen graag alles weten;

* Wisselen snel van vriendschap;

* Gevoelig voor sfeer;

* zelfstandigheid wordt steeds groter.

schrijf hier 4 kenmerken op van de doelgroep schoolkind (blz. 56 boek)

blz. 56 boek: welke activiteiten vinden schoolkinderen leuk? noem er 5

een schoolkind wil graag alles weten en leren:

1. juist
2. niet juist

een schoolkind heeft maar een of twee goede vrienden

1. juist
2. onjuist

noem 3 activiteiten die schoolkinderen graag doen

Ouderen (vanaf 65 jaar)

Kenmerken:

* Voor iedereen loopt het proces van ouder worden anders;

* Het leven wordt rustiger;

* meer ruimte voor vrijtijdsbesteding;

* leefwereld wordt kleiner.

wat zijn de kenmerken van ouder worden?

Waardoor wordt het leven van een oudere rustiger?

Noem 3 voorbeelden van vrijetijds-besteding voor ouderen?

Ouderen vinden het soms lastig om ouder te worden (blz. 59). Leg dit uit?

blz. 59 Leg uit dat de leefwereld van ouderen steeds kleiner wordt?

ouderen

Beschrijf de 5 verschillende activiteiten die je ziet op de voorgaande dia voor ouderen.

noem 5 verschillende activiteiten die je ziet op de voorgaande dia

(blz. 60 t/m 62) LSD en laat OMA thuis

lees blz. 60 t/m 62 boek over communiceren tijdens de uitvoering van activiteiten.

Tijdens de uitvoering is het belangrijk dat je actief luistert.

Dit doe je door: LSD en OMA toe te passen.

Belangrijk hierbij is dat je open vragen stelt.

wat betekent de afkorting LSD in communicatie?

wat betekent OMA in de communicatie?

Een cliënt geeft aan dat hij het lastig vindt om alleen naar de activiteit te gaan. Wat doe je?

1. ik adviseer hem om het toch te proberen
2. je zegt: ik kom u wel halen
3. je vraagt wat maakt dat hij het zo lastig vindt
4. je vraagt aan zijn buurvrouw om hem mee te nemen

wat mag je niet doen als iemand tijdens een gesprek zijn verhaal aan jou vertelt? Noem 3 punten

waarom mag je iemand niet zeggen wat jij vindt dat hij of zij moet doen (advies)

de les samengevat

In deze les hebben we het gehad over:

• de kenmerken  van de verschillende doelgroepen, die je als helpende in je toekomstige beroep bij activiteiten gaat begeleiden
• belangrijke aandachtspunten waar je op let als je een activiteit kiest voor één van de doelgroepen
• wat je wel en niet moet doen als je in gesprek bent met een cliënt, zorgvrager of kind (LSD en OMA thuislaten)

EINDE