De burgers bouwden grote kerken in hun stad.
Karel de Grote verdeelde zijn rijk in stukken.
Hij benoemde graven en hertogen om hem te helpen.
In de stad werden de burgers en gilden steeds machtiger.
Ze kregen stadsrechten van de graven en hertogen.
Steeds meer boeren trokken naar de stad om daar een ambacht te leren.
De graven en hertogen werden steeds machtiger.