What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wat weet je? Bewegen par 2.1, 2.2 en 2.3
proefwerk thema 5
stevigheid en beweging
Oefenen voor Toets
Bewegen par 2.1, 2.2 en 2.3
In 20 vragen
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
proefwerk thema 5
stevigheid en beweging
Oefenen voor Toets
Bewegen par 2.1, 2.2 en 2.3
In 20 vragen
Slide 1 - Slide
De borstkas beschermt je hart.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
Tussen spaakbeen en opperarmbeen bij de mens zit een rolgewricht.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
De botten in de armen en benen lijken best veel op elkaar. Welke botten in je hand zijn vergelijkbaar met de teenkootjes in je voet?
Slide 4 - Open question
Welk bot zit niet in je arm en wel in je been?
Welk soort gewricht zit niet in je been maar wel in je arm?
Slide 5 - Open question
Als je lijmstof uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Bekijk de tekeningen. Links=1; rechts= 2
Deze afbeelding hoort bij de volgende twee vragen
Slide 7 - Slide
Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist?
Stelling 1: Weefsel 1 is te vinden in kraakbeen.
Stelling 2: Weefsel 2 is erg buigzaam.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 8 - Quiz
Wat zit er in de ruimte tussen de cellen in de afbeelding links en wat zit daar in de afbeelding rechts?
A
Links zit stof met veel kalk.
B
Links en rechts zit stof met veel lijmstof.
C
Rechts zit stof met veel kalk.
Slide 9 - Quiz
Als je rent beschermt de wervelkolom je hersenen. Op welke twee manieren doet ze dat?
A
De wervelkolom heeft een dubbele X-vorm met tussen de wervels been.
B
De wervelkolom heeft een dubbele X-vorm met tussen de wervels kraakbeen.
C
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm met tussen de wervels kraakbeen.
D
De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm met tussen de wervels been.
Slide 10 - Quiz
Bij welke van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
1
B
2
C
3
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je beenverbinding 1?
A
kraakbeenverbinding
B
naadverbinding
C
vergroeiing
Slide 12 - Quiz
De tekening hoort bij de volgende twee vragen.
In de afbeelding geeft tekening P een gedeelte van het skelet van de mens weer.
Tekening Q is een vergrote doorsnede van een deel van tekening P.
Slide 13 - Slide
Welk cijfer geeft in de afbeelding het heiligbeen aan?
Slide 14 - Open question
Hoe heet deel 5 van afbeelding Q?
Slide 15 - Open question
Hoe heet het deel van het skelet dat hier is afgebeeld?
Slide 16 - Open question
Welk type gewricht zit er tussen je vingerkootje en middenhandsbeentje?
Slide 17 - Open question
Wat zijn de langwerpige, zwarte vlekken in deze afbeelding?
A
Kraakbeencellen
B
Tussencelstof
C
Beencellen
D
Geleiachtige stof
Slide 18 - Quiz
Om te groeien maken je groeischijven nieuwe cellen aan.
Welke nieuwe cellen worden gemaakt?
En welke beenderen worden langer?
A
Nieuwe beencellen; je platte beenderen worden langer
B
Nieuwe beencellen; je pijpbeenderen worden langer
C
Nieuwe kraakbeencellen; je pijpbeenderen worden langer
D
Nieuwe kraakbeencellen; je platte beenderen worden langer
Slide 19 - Quiz
Skelet van een hond. Deze afbeelding hoort bij de volgende vraag
Slide 20 - Slide
Noteer de juiste namen van deze nummers: 2, 3, 4, 10 en 15. Schrijf 2= juiste naam, etc.
Slide 21 - Open question
Welke spier span je aan als je je bovenarm buigt? En wat verandert er dan aan die spier?
A
Je spant je armstrekspier aan; deze spier wordt korter
B
Je spant je armbuigspier aan; deze spier wordt langer
C
Je spant je armbuigspier aan; deze spier wordt korter
D
Je spant je armstrekspier aan; deze spier wordt langer
Slide 22 - Quiz
Als je fiets gebruik je je beenspieren.
Zijn dit willekeurige of onwillekeurige spieren?
En worden deze snel moe of houden ze het heel lang vol?
A
Willekeurige spieren; ze houden het heel lang vol
B
Onwillekeurige spieren; ze houden het niet zo lang vol
C
Onwillekeurige spieren; ze houden het heel lang vol
D
Willekeurige spieren; ze houden het niet zo lang vol
Slide 23 - Quiz
Als je fiets gebruik je je beenspieren.
Welke spier moet je samentrekken om je been te strekken?
Gaat je pedaal dan naar boven of beneden?
A
Onderste dijbeen spier; pedaal naar boven
B
Bovenste dijbeen spier; pedaal naar beneden
C
Bovenste dijbeen spier; pedaal naar boven
D
Bovenste dijbeen spier; pedaal naar boven
Slide 24 - Quiz
Hoe ver ben je voorbereid op de toets biologie?
A
Ik kan de toets morgen wel maken
B
Ik heb nog één dag extra nodig voordat ik de toets kan maken
C
Ik moet nog hard aan de bak; gelukkig heb ik nog een week
Slide 25 - Quiz
Was deze oefening nuttig voor jou?
Bedankt voor het invullen!
0
10
Slide 26 - Poll
More lessons like this
Biologie 1TL 'Stevigheid en beweging' H4
February 2024
- Lesson with
35 slides
Biologie
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 6
Leerroute n4
Studiejaar 1
Oefentoets Stevigheid en Beweging
March 2024
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k, t, mavo
Leerjaar 3
Oefentoets Stevigheid en Beweging
June 2024
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k, t, mavo
Leerjaar 3
D1ATh4 B3 Je gewrichten - lln
April 2019
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Oefentoets Thema 4: Stevigheid en beweging
March 2024
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HVe 2.1 Botten dl2 + 2.2 dl1
May 2023
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Oefentoets Stevigheid en Beweging
March 2024
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Diagnostische toets thema 5 stevigheid en beweging HAVO
May 2024
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 1