This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
1900-1940
Slide 1 - Slide
Een Tachtiger veranderde soms naar ...
A
niets, bleef altijd anti-moralistisch
B
communist
C
SDAP'er
D
sensitivist
Slide 2 - Quiz
Van Eeden
Gorter
Henriette Roland-Holst
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Walden mislukte door financieel wanbeleid. Maar wat was de ideologie achter dit project van Van Eeden?
A
Hij wilde een sober buitenleven met alleen maar handenarbeid en studie en geen gedoe over geld
B
Hij wilde een sociale gemeenschap zodat iedereen rijk zou kunnen worden en dat geld met elkaar delen
C
Hij wilde weg uit de stad en was verzot op het werken in een moestuin, maar hij moest ook geld verdienen als psychiater
D
Hij wilde eindelijk tijd hebben om boeken te schrijven. De arbeiders moesten het geld op het platteland verdienen.
Slide 5 - Quiz
rond 1916 en later
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
De Nederlandse literatuur kent veel avant-gardisten
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
De Nederlandse literatuur kende weinig avant-gardisten. Hoe kwam dat?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Waarin verschilt de neo-romantiek van de romantiek?
Slide 11 - Open question
Guernica Pablo Picasso 1937
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat valt je op aan de schrijfstijl van Marsman in VLAM: Schuimende morgen/ en mijn vuren lach/ drinkt uit ontzaggelijke schalen/ van lucht en aarde/ den opalen dag
Slide 14 - Open question
Ging de kunstenaar tot en met het impressionisme nog uit van de zintuigelijke waarneming van de werkelijkheid, steeds vaker kiezen kunstenaars er nu voor om de werkelijkheid IN hun hoofd uit te drukken, ‘expressie’.
Beginpunt is dus de eigen werkelijkheid, en voor de expressie daarvan gebruikt een kunstenaar vaak wel weer
materiaal uit de waarneembare werkelijkheid. Alleen wordt die nogal vervormd weergegeven
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Schrijf op modernistische wijze hoe je nu schrijft over het modernisme.