TOL TC dag

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

TAALVAARDIGHEID IS IN HOGE MATE BEPALEND              VOOR DE SCHOOLLOOPBAAN

Slide 2 - Slide

TRAJECT  TAALCOACHING

  • vorming taalontwikkelend lesgeven
  • startgesprek: concrete doelen bepalen
  • werken aan doelen:
  1. samen lessen voorbereiden
  2. samen aan cursusmateriaal werken
  3. hulpfiches ontwikkelen
  4. lessen bijwonen & feedback  

Slide 3 - Slide

DOELEN VORMING

  • kennismaken met principes van taalontwikkelend lesgeven

  • ideeën geven en inspireren om met leerkrachten aan de slag te gaan

Slide 4 - Slide

Wat neem je mee?

Geïnspireerd?
Neem een foto!

Aan het einde van de vorming delen we onze ervaringen
visueel.

Slide 5 - Slide

taalontwikkelend
lesgeven

Slide 6 - Mind map

      TAALSTEUN
INTERACTIE
CONTEXT
woordenlijst
spreek/schrijfkader
stappenplan
groepswerk
feedback
debat
voorkennis activeren
levensecht
van praktijk   -->      theorie
feedback

Slide 7 - Drag question

BOKASHI

Slide 8 - Slide

HOE HET OOK KAN...

Slide 9 - Slide

Bokashi?
Heeft iemand al van Bokashi gehoord?

Slide 10 - Slide

fermenteren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

LOOPDICTEE

Slide 14 - Slide

GESELECTEERDE WOORDEN BOKASHI

  • zuurstofarm    -   omgeving
  • organisch         keukenresten
  • fermenteren     transformatie 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In De Dikke van Dale staan ongeveer 230 000 trefwoorden. Hoeveel % kent een Nederlandstalige?
A
10%
B
30%
C
50%
D
70%

Slide 17 - Quiz

Hoeveel nieuwe woorden kan je in 1 lesuur verwerven?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 18 - Quiz

Hoeveel woorden heb je nodig om sociaal zelfredzaam te zijn?
A
2000
B
5000
C
7000
D
11000

Slide 19 - Quiz

Hoeveel woorden kan een OKAN-leerling na 1 jaar OKAN productief gebruiken?
A
3000
B
5000
C
7000
D
10000

Slide 20 - Quiz

Hoeveel woorden moet je kennen om een vakspecifieke opleiding te kunnen volgen?
A
5000
B
7000
C
11000
D
15000

Slide 21 - Quiz


Wat kunnen we hieruit concluderen?

Slide 22 - Open question

          TEKST BIOLOGIE

  • Kiezen uit... (S)
  • Invullen (S)
  • Volledig (S)
  • De voedselketen (V)
  • De planteneters (V)
  • De vleeseters (V)
  • De struik(D)
  • Het bos (D)


     TEKST TRANSPALLET

  • De oorzaak (S)
  • Het gevolg (S)
  • Het doel (S)
  • De stuurstang (V)
  • Het manueel transpallet (V)
  • Het elektrisch transpallet (V)
  • Het ongeval (D)
  • Het magazijn (D)

Slide 23 - Slide

EEN VAKTEKST
  • dagelijkse spreektaal (DAT)
  • schooltaal
  • vaktermen (CAT)

DAT= Dagelijkse algemene taalvaardigheid
CAT= Cognitieve abstracte taalvaardigheid

Leerlingen moeten de overgang van spreektaal (DAT) naar schooltaal en vaktermen (CAT) kunnen maken om op school succesvol te zijn!

Slide 24 - Slide

WOORDEN FLITSEN

Slide 25 - Slide

 TEKST BIOLOGIE

  • Kiezen uit...
  • Invullen 
  • Volledig 
  • De voedselketen 
  • De planteneters 
  • De vleeseters 
  • De struik
  • Het bos 


     TEKST TRANSPALLET

  • De oorzaak 
  • Het gevolg 
  • Het doel 
  • De stuurstang 
  • Het manueel transpallet 
  • Het elektrisch transpallet 
  • Het ongeval 
  • Het magazijn 
timer
1:00

Slide 26 - Slide

HOE DENK JIJ EROVER?
  • Maak duo's
  • Lees de stelling
  • Kies de rode kaart als je het niet eens bent met de stelling
  • Kies de groene kaart als je het er wel mee eens bent
  • Jullie hebben 3 minuten
  • Let op! Jullie moeten een keuze maken

Slide 27 - Slide

timer
3:00

Slide 28 - Slide

Hoe kun je fouten verbeteren als je niet weet dat je ze maakt?
timer
3:00

Slide 29 - Slide

Zorg voor feedback op inhoud,
vorm & aanpak.

Slide 30 - Slide

checklist taalontwikkelend lesgeven

Slide 31 - Slide


Wat neem je mee?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide