Taalontwikkelend Lesgeven Beroepsopleidingen

• Leerondersteuning
• Hoger onderwijs

Didactiek en klare taal in beroepsopleidingen: zorg

Bron: Taalontwikkelend lesgeven - Kleine gids bij de vorming Taalontwikkelend lesgeven van het Huis van het Nederlands Brussel

Agenda

• Opwarmer 
• De pijlers van "TOL" (Taalontwikkelend lesgeven)
• De taaldoos
• Exit ticket

Kijkwijzer

1. Groep 1: Hoe houdt de lesgeefster rekening met de voorkennis van de cursisten?
   
2. Groep 2: Op welke manier zorgt de docent voor interactie?
   
3. Groep 3: Op welke manier zorgt de docent voor talige ondersteuning?

Noteer 1 antwoord per post-it

1. Groep 1: Hoe houdt de lesgeefster rekening met de voorkennis van de cursisten?
   
2. Groep 2: Op welke manier zorgt de docent voor interactie?
   
3. Groep 3: Op welke manier zorgt de docent voor talige ondersteuning?

Kijkwijzer

1. Groep 1: Hoe houdt de lesgeefster rekening met de voorkennis van de cursisten?
   
2. Groep 2: Op welke manier zorgt de docent voor interactie?
   
3. Groep 3: Op welke manier zorgt de docent voor talige ondersteuning?

Taalontwikkelend lesgeven

3 PIJLERS:

1. CONTEXT

2. INTERACTIE

3. TAALSTEUN

1. CONTEXT

?

Hoe pak je dit aan?

Kader je les:

• Koppel terug naar vorige lessen of naar andere vakken.
• Gebruik de inhoudstafel van je syllabus.
• Zeg expliciet waarom ze deze leerstof moeten kennen, wat het nut is in de praktijk als ze gaan werken.

Hoe pak je dit aan?

Activeer voorkennis:

• Wat weet de cursist al uit vorige lessen? Of uit andere vakken?
• Koppel de les aan alledaagse ervaringen uit de leefwereld van de cursisten.

Hoe pak je dit aan?

Visualiseer en gebruik authentiek lesmateriaal:

• Gebruik gebaren, voorwerpen, foto's, videofragmenten ...
• Gebruik authentiek lesmateriaal:
  Een skelet bij anatomie, een pop bij verzorging, ...
• Creëer voldoende ervaringen met een rollenspel of uitstap.

Werkvormen

• Frame it: csn zoeken op voorhand foto's en filmpjes op
• Mixed-up piles: csn ordenen zelf het materiaal 
• Stellingenspel: csn proberen elkaar te overtuigen
• Video: csn kijken naar instructiefilmpje, nadien leggen ze strookjes met instructies op de juiste volgorde.
• Woordspin op bord, op papier of digitaal
• Quiz met Kahoot, LessonUp,...
• Actualiteit
• ... en nog zoveel meer!

Stel je voor...

Jij bent docent AVO (Aangepaste Voeding).

Vandaag start je een nieuw thema: gezonde voeding en de voedingsdriehoek.

Welke werkvormen kan je gebruiken om 'context te creëren' bij de cursisten? Hoe kan je voorkennis oproepen bij je cursisten?

1. Stap 1: Noteer voor jezelf verschillende ideeën.
2. Stap 2: Bespreek samen met je buur. Selecteer 1 idee en werk samen 1 concreet voorbeeld uit.
3. Stap 3: Deel je voorbeeld met de klas

2. INTERACTIE

Interactie leidt tot schoolsucces.

 

Hoe creëer jij interactie in je klas? Hoe zorg jij ervoor dat de cursisten praten over je leerstof?

Hoe creëer jij interactie in de klas?

• Wat doe jij om interactie te hebben in je klas?
  
• Hoe betrek jij alle cursisten?
  
• Wissel je soms van werkvorm om interactie te stimuleren?
  
• Wat doe je als de cursisten het antwoord niet weten?
  
• Wat doe je met cursisten die stil blijven in de klas?

Werkvorm: informatiekloof

• Ga per twee zitten: zoek je maatje :-)
• Opdracht:
  Cursist A krijg een instructieblad en
  leest stap voor stap de instructies voor.
  Cursist B luistert en voert uit.
  Cursist A kan -indien nodig- mondeling bijsturen maar mag niet helpen.

Waarvoor zou je de
werkvorm 'informatiekloof'
in je eigen les
nog kunnen gebruiken?
(per 2 voor wie hetzelfde geeft)

Welke groeperingsvormen
gebruik jij al?
Hoe deel je groepen in?
(1 idee per post-it)

3. TAALSTEUN

Experiment: HETI 

Klas ZN+ Halle - gestart in sept. '21: 

Na les over hoofdstuk 1: bevraging

• Welke woorden ken je niet of begrijp je echt niet?
• Welke woorden ken je wel, maar je weet niet exact wat ze betekenen?

Experiment: HETI 

Bekijk de eerste pagina van "hoofdstuk 1: Anatomie (bouw) van de rug en fysiologie (werking) van de rug"

• Hoeveel woorden hebben de cursisten genoteerd ?
• Welke woorden begrijpen ze niet (exact)? Duid ze aan.

Hoeveel % van de woorden uit deze pagina begrijpen de cursisten niet of niet echt?

1. 5%
2. 10%
3. 20%
4. 30%

Weet je nog hoeveel % woorden van een tekst je moet kennen om een tekst goed te begrijpen?

1. 80-85%
2. 85-90%
3. 90-95%
4. 100%

Zo ervaren de cursisten deze tekst:

1. Inleiding

Onze rug is een belangrijk onderdeel van ons bewegingsstelsel. Dagelijks doen we heel veel bewegingen vanuit onze rug. Heel veel mensen hebben problemen met de rug. Daarom is het belangrijk om bij het uitvoeren van je job oog te hebben voor je rug en deze zo weinig mogelijk te ***.

De rug is de *** van de ***, spieren en *** die aan de achterzijde van ons lichaam liggen.

2. Anatomie (bouw) van de rug

2.1. Natuurlijke ***

De rug heeft 3 natuurlijke ***. Het vormt *** een S – vorm.

• Een holle *** in de nek (= ***)

• Een bolle *** ter hoogte van de borst (= ***)

• Een holle *** onderaan de rug (= ***)

De 3 *** moeten altijd in evenwicht zijn. Dit wil zeggen dat de oren, de schouders en de heupen mooi *** boven elkaar liggen.

Volledige tekst

1. Inleiding

Onze rug is een belangrijk onderdeel van ons bewegingsstelsel. Dagelijks doen we heel veel bewegingen vanuit onze rug. Heel veel mensen hebben problemen met de rug. Daarom is het belangrijk om bij het uitvoeren van je job oog te hebben voor je rug en deze zo weinig mogelijk te belasten.

De rug is de verzamelnaam van de botten, spieren en pezen die aan de achterzijde van ons lichaam liggen.

2. Anatomie (bouw) van de rug

2.1. Natuurlijke krommingen

De rug heeft 3 natuurlijke krommingen. Het vormt als het ware een S – vorm.

• Een holle kromming in de nek (= lordose)

• Een bolle kromming  ter hoogte van de borst (= kyfose)

• Een holle kromming onderaan de rug (= lordose)

De 3 krommingen moeten altijd in evenwicht zijn. Dit wil zeggen dat de oren, de schouders en de heupen mooi loodrecht boven elkaar liggen.

Hoe ondersteun jij de cursisten die het moeilijker hebben qua taal?

Ik gebruik hetzelfde lesmateriaal in ZN+ en in de gewone opleiding omdat ze dezelfde vakdoelen moeten behalen. Doe je dit al?

😒🙁😐🙂😃

Regiogebonden spreektaal voor de klas kan. De cursisten komen hier in het werkveld immers ook mee in contact! Doe je dit?

😒🙁😐🙂😃

Ik pas mijn mondelinge taal aan en ik spreek langzamer.
Doe je dit?

😒🙁😐🙂😃

Helemaal akkoord = 10

Helemaal niet akkoord = 1

Cursisten mogen een smartphone gebruiken in mijn les.

Dit mag nu in mijn les.

Helemaal akkoord = 10

Helemaal niet akkoord = 1

Cursisten mogen een smartphone gebruiken in mijn les om woorden op te zoeken.

Dit mag nu in mijn les.

Concrete tips taalsteun

• Pas je mondelinge taal aan: let op je spreektempo, duidelijk articuleren, herhalen,...
• Schriftelijke taal: Geef structuur aan je teksten: alinea's, bullets,...
• Noteer moeilijke, nieuwe woorden op bord (niet enkel vaktaal) 
• Gebruik internationale en transparante  woorden
• Vermijd beeldspraak, woordspelingen en passieve zinnen
• Verwijs naar de woordenlijst in de syllabus, laat de woordenlijst aanvullen
• Je mag ons altijd inschakelen als je twijfelt of hulp nodig hebt!

Next steps

• www.werkvormen.info
  
• Jullie materialen? Taaldoos?
• Syllabi
• Lijst internationale woorden
• Wat neem je mee na deze workshop?

Dank je wel!

Nog vragen?

Contacteer ons gerust:

 [e-mail]

[e-mail]