voegwoorden: conjunctions Schrijfopdracht jaar 1

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Conjuctions of voegwoorden

Doelen

Aan het einde van de les ken je minimaal 4 voegwoorden en weet je hoe je deze kunt gebruiken in jouw eigen schrijfopdrachten voor dit blok. 

Waarom gebruik je voegwoorden?

• om twee dingen aan elkaar te plakken
• kunnen woorden, zinsdelen of zinnen zijn
• je geeft aan wat de relatie is tussen beide delen (opsomming, reden, tegenstelling,.....) 

opsomming

• and (en) - He likes playing football and tennis. 

• both... and (zowel....als) - He likes playing both football and tennis.

reden

• because (omdat) - I like to eat chocolate because it tastes good. 

gevolg

• so (dus) - He kissed another girl so I broke up with him. 

Tegenstelling

• but (maar) - I don't give money to people but I will for you. 

• although (alhoewel) - he still failed although he studied really hard.

keuze

• or (of) - Do you want peanut butter or jelly on your sandwich?

• either ... or (of...of) - Would you either like the peanut butter or the jelly? 

tijd

• as soon as (zodra) - I'm eating that cake as soon as they're out the door.

• until (tot, todat) - you are grounded until you start behaving!

• when (wanneer) -  She was serious when she asked him to marry her.

Voorwaarde

• if (als) - I will call my mum if I need help with anything.

• unless (tenzij) - Sheryl will go out unless her mum stops her.

Nog even alle voegwoorden op een rijtje (1)

• and 
• both....and
• because
• so
• but
• although
• or

Nog even alle voegwoorden op een rijtje (2)

• either...or
• as soon as
• until
• when
• if
• unless 

engelsklaslokaal.nl

Beoordeling

1) Correct gebruik van de tegenwoordige tijd

2) Grammatica & interpunctie

3) Voegwoorden (minimaal 4 in je tekst)

4) Structuur

5) Lay-out