instructie-aantekening LV
Lijdend voorwerp: wie of wat + WG+OW ( Wat wordt+ ww)
* het OW doet iets met het LV
* begint nooit met een VZ
vb: Morgen/ maken/ we/ de toets. (wat maken we? de toets)
wg ow LV (wat wordt gemaakt?) de toets
vb: Voor deze toets/ heb/ ik /2 uur/ geleerd. (wat heb ik geleerd?)
wg ow wg (wat wordt geleerd?) ??????