Onregelmatige werkwoorden 21 t/m 30

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Onregelmatige werkwoorden

blijven t/m eruitzien

Mijn moeder ____ thuis gebleven.

1. zijn
2. is
3. ben
4. bent

_____ jij weleens iets gebroken?

1. heeft
2. hebben
3. heb
4. Heb

Merel en Zainab _____ mij naar huis gebracht.

1. heeft
2. hebben
3. heb

Wat zie je er vies uit! Wat ___ je gedaan?

1. heeft
2. hebben
3. heb

Wij ____ gisteren doorgegaan met het huiswerk.

1. ben
2. bent
3. is
4. zijn

_____ jouw vader nog doorgegeven dat je naar de dokter moet?

1. hebt
2. Hebt
3. heeft
4. Heeft

Met trots ____ ik de klederdracht van mijn land gedragen.

1. heb
2. heeft
3. hebben
4. hebt

Mijn oma _____ vandaag niet genoeg water gedronken.

1. hebt
2. heb
3. heeft
4. hebben

Wat is het voltooid deelwoord van blijven?

Wat is het voltooid deelwoord van breken?

Wat is het voltooid deelwoord van brengen?

Wat is het voltooid deelwoord van denken?

Wat is het voltooid deelwoord van doen?

Wat is het voltooid deelwoord van doorgaan?

Wat is het voltooid deelwoord van doorgeven?

Wat is het voltooid deelwoord van dragen?

Wat is het voltooid deelwoord van drinken?

Wat is het voltooid deelwoord van eruitzien?

Maak een zin in de voltooide tijd met: doen

Maak een zin in de voltooide tijd met: breken

Maak een zin in de voltooide tijd met: blijven

Maak een zin in de voltooide tijd met: dragen

Welk onregelmatig werkwoord vind je moeilijk om te onthouden?