Frans: Regelmatig werkwoord op -ir

1 / 12
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Het regelmatig werkwoord op -ir

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vul de goede vorm in: Ik beeindig = je (finir)
A
finis
B
finit
C
fini
D
finissons

Slide 4 - Quiz

Vul de goede vorm in: Wij beeindigen = nous (finir)
A
finons
B
finirons
C
finissons
D
finissez

Slide 5 - Quiz

Vul de goede vorm in: Zij kiest = elle (choisir)
A
Choisis
B
Choisir
C
Choisissons
D
Choisit

Slide 6 - Quiz

Vul de goede vorm in: Jullie kiezen = Vous (choisir)
A
Choisissez
B
Choisez
C
Choisis
D
Choisirez

Slide 7 - Quiz

Vul de goede vorm in: Zij vullen... in = Ils (remplir)
A
Remplissent
B
Remplissez
C
Remplirent
D
Remplissons

Slide 8 - Quiz

Vul de goede vorm is: Jij vult... in = tu (remplir)
A
Remplit
B
Remplir
C
Remplis
D
Remplissons

Slide 9 - Quiz

Vertaal de volgende zin: Ik maak mijn huiswerk af. (afmaken/beëindigen = finir, het huiswerk = les devoirs)

Slide 10 - Open question

Vertaal de volgende zin: Zij kiest de grote kamer.

Slide 11 - Open question

Vertaal de volgende zin: Zij vullen het formulier in (invullen = remplir, het formulier = le formulaire)

Slide 12 - Open question