01. Thema 5.1 Genotype en fenotype (1) 4-4

Thema 5:
Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 1: Genotype en fenotype
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 5:
Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 1: Genotype en fenotype

Slide 1 - Slide

Herhaling klas 1
Hoofdstuk 2: Organen en cellen 

Slide 2 - Slide

Chromosomen
Binnen in de cel ligt de celkern. In de celkern liggen de chromosomen. 

Mensen hebben 46 chromosomen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opbouw DNA
Je DNA ziet eruit als een "wenteltrap''





Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Doel: Genotype en fenotype
  • Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
  • Je kunt omschrijven wat genotype en fenotype zijn.

Slide 7 - Slide




Lichaamscel - celkern - 46 stuks/23 paar chromosomen - DNA

Slide 8 - Slide

DNA
  • Je lichaam bestaat uit lichaamscellen > zijn ontstaan uit 1 enkele, bevruchte eicel.
  • In elk van je lichaamscellen zit een celkern 
  • In de celkern zitten lange dunne draden: Chromosomen

Slide 9 - Slide



Bevruchting: genotype ontstaat - celdeling - chromosomen gekopieerd - dochtercel krijgt complete set chromosomen (46)

Slide 10 - Slide

Variatie in genotype

Slide 11 - Slide

Genotype
  • Chromosomen bevatten informatie over duizenden eigenschappen
  • Voor 1 eigenschap zijn een paar stukjes DNA nodig (dit noem je een Gen)
  • De 46 chromosomen in 1 celkern bevatten samen alle genen (erfelijke eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen)
  • DNA en je genen zijn de blauwdruk (het ontwerp) voor je uiterlijk
  • Deze complete informatie noem je het Genotype
  • Hierin staat vast/geprogrammeerd wat voor oogkleur, huidskleur, haarkleur je hebt en ontstaat op het moment van bevruchting.

Slide 12 - Slide

Fenotype
  • Alle eigenschappen samen van een organisme noem je fenotype:
  • Jij lijkt op je ouders > je hebt de eigenschappen van de ouders geërfd
  • -> de zichtbare en onzichtbare eigenschappen, zoals oog- en haarkleur. Maar ook bloeddruk en bouw van je organen (opgeslagen in DNA).
  • Maar ook leefstijl en omgeving tellen je mee bij het fenotype. Dus als jij je haar verft of een tattoo laat zetten, een litteken krijgt. Dan zie je er ineens anders uit. Je fenotype verandert dan door je leefstijl. Dit kan je wel weer terug veranderen.
  • Maar je genotype kan niet veranderen!

Slide 13 - Slide

Fenotype = Genotype (erfelijk eigenschappen)+ leefstijl en omgeving

Slide 14 - Slide

Genotype en Fenotype

Slide 15 - Slide

??? hoe was het ook alweer..
  • De informatie voor al de erfelijke eigenschappen van een organisme (genen): genotype
  • De uiterlijke kenmerken van een organisme: fenotype

Slide 16 - Slide

genotype en fenotype





fenotype kan je veranderen genotype niet

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hij heeft kort haar, wat is dat? Het...
A
genotype
B
fenotype

Slide 19 - Quiz

Staat het fenotype vast?

A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Uiterlijke kenmerken heet het:
A
fenotype
B
genotype
C
kan fenotype en genotype zijn
D
je erfelijke eigenschappen

Slide 21 - Quiz

Hoeveel chromosomen liggen er in elke lichaamscel van een mens?

Slide 22 - Open question

Maken Thema 1:

Huiswerk
Maken § 5.1: 1-9
+
Leren 5.1


Maken § 5.1: 1-9
+
Leren 5.1

BK
KGT

Slide 23 - Slide