Baas
El gerente empieza (begint):
- groet
- vraag waar hij/zij vandaan komt
- vraag welke talen hij/zij spreekt
- vraag welke opleiding hij/zij volgt
- vraag welke producten hij/zij leuk of interessant vindt
- vraag waarom hij/zij een goede medewerker is
- vraag welke minder goede eigenschappen hij/zij heeft
- vraag of hij/zij kan werken in de vakanties
- zeg: okee
Sollicitant
El candidato contesta (antwoordt):
- groet terug
- zeg dat je uit Nederland komt
- zeg dat je vier talen spreekt, Spaans, Duits, Nederlands en Engels
- zeg dat je op de middelbare school zit
- vertel van welke producten je houdt
- zeg dat je veel dagen beschikbaar bent en hard werkt
- noem twee minder goede eigenschappen van jezelf
- zeg dat je in de vakantie gaat skiën
- bedank voor het gesprek