Les 5- Beleid H2 en H3

Logistiek
1 / 29
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Logistiek

Slide 1 - Slide

Agenda
Beleid H2 tm 3
Zelfstandig vragen maken

Slide 2 - Slide

Beleid - H2
Prestatie indicator - Doel:
Bedrijf legt vast wat het precies wil bereiken. Hiervoor stelt het normen op die vragen om een prestatie. (prestatie-indicatoren)
KPI: kengetal dat je gebruikt om te meten of een bepaald doel bereikt is
Vb:
Altijd leveren binnen 36 uur.

Slide 3 - Slide

Beleid - H2
KPI:
kengetal wat gebruikt wordt om te meten of een bepaald doel bereikt is.
Wordt gebruikt om eventueel logistieke processen bij te stellen.

Voorbeeld:
98% score op voorraadbetrouwbaarheid

Slide 4 - Slide

Beleid - H2
Model om processen te beheersen met een doorgaande kwaliteitsverbetering als doel:
Kwaliteitscirkel van Deming (Plan, Do, Check, Act - cyclus)

Slide 5 - Slide

Beleid - H2
Wat wordt er gemeten?
  • Effectiviteit van activiteiten
  • Efficiëntie van activiteiten
  • Het proces

Slide 6 - Slide

Beleid - H2
  1. Prestatiemeting van schakel tot schakel (leverancier en jezelf)
  2. Prestatiemeting per functie of afdeling
  3. Prestatiemeting per deelfunctie (bv: voorraadbeheer, magazijn, transport)
  4. prestatiemeting per activiteit

Slide 7 - Slide

Beleid - H2
Veelgebruikte prestatie-indicatoren:
  1. Leveringsbetrouwbaarheid
  2. Servicegraad
  3. Gemiddelde voorraad per artikel
  4. Bezettingsgraad
  5. Benuttingsgraad
  6. Leadtime
  7. Doorlooptijd

Slide 8 - Slide

Beleid - H2
  1. Leveringsbetrouwbaarheid
De mate waarin de klant erop kan vertrouwen dat de leverancier het juiste aantal van het juiste product, op de juist tijd, in de juiste kwaliteit, op de juiste plaats, met de juiste verpakkingen en documenten zal leveren.

= Aantal op tijd geleverde orders / Aantal orders

Slide 9 - Slide

Beleid - H2
2. Servicegraad
De mate waarin aan de vraag van de klant kan worden voldaan.

Compleetheid van orders =  orderservicegraad
= Aantal compleet uitgeleverde orders / totale aantal bestelde orders * 100%

Slide 10 - Slide

Beleid - H2
2. Servicegraad
De mate waarin aan de vraag van de klant kan worden voldaan.

Correct uitgeleverde orders = orderaccuratesse
= aantal uitgeleverde foutloze orders / totaal aantal uitgeleverde orders * 100%

Slide 11 - Slide

Beleid - H2
3. Gemiddelde voorraad per artikel

Evenwicht tussen de voorraadkosten en de wensen van de klant.

Slide 12 - Slide

Beleid - H2
4. Bezettingsgraad

De verhouding tussen de te verrichten werkzaamheden en de mensen en middelen die de werkzaamheden moeten doen.

Slide 13 - Slide

Beleid - H2
5. Benuttingsgraad

Geeft inzicht in het gebruik van de aanwezige capaciteit.

Slide 14 - Slide

Beleid - H2
6. Leadtime

Tijd tussen het moment dat de klant de goederen bestelt en het moment dat deze worden geleverd.

Slide 15 - Slide

Beleid - H2
7. Doorlooptijd en omzetsnelheid

Doorlooptijd = Leadtime plus de tijd dat de goederen op voorraad aanwezig zijn geweest.

Omzetsnelheid = aantal keer dat de gemiddelde voorraad van een artikel in een bepaalde periode wordt verkocht.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Beleid - H3
Werk- en bulkvoorraad
Vrijelocatiesyteem / vastelocatiesysteem / semi-Vrijelocatiesyteem


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Antwoord:
9 liggers = 10 niveaus. 4 naast elkaar (4 x 80 is 320).
4 x 10 = 40 in volle stelling
Bezetting = 40*0,8=32 pallets per stelling
55,000/32=1718,75 = 1719 stellingen
3,4 * 1,4 = 4,76m2 per stelling
Netto = 1719 * 4,76 = 8182,44 m2
Bruto = 8182,44 / 55 *100 = 14877,16 m2

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Antwoord:
8 niveaus * 4 naast elkaar = 32
32*0,8=25,6 = 26 pallets per stelling
15000/26 = 576,9 = 577 stellingen
Netto = 577 * (3,4*1,2 = 4,08 m2) = 2354,16 m2
Bruto = 2354,16/68*100 = 3462 m2

Slide 28 - Slide

Zelfstandig vragen maken

Slide 29 - Slide