We gaan zo starten: zorg dat je het leesboek voor je hebt.
Leg je spullen (laptop, lesboek, schrift, etui) op tafel.
Telefoon in de telefoontas.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Start geen nieuwe vergadering
Welkom bij het vak Nederlands!
Wat gaan we doen?
● Lesdoelen
● Toetsen
● Lezen H6 en Nakijken
● Planning
● Afsluiting
We gaan zo starten: zorg dat je het leesboek voor je hebt.
Leg je spullen (laptop, lesboek, schrift, etui) op tafel.
Telefoon in de telefoontas.
Slide 1 - Slide
Lesdoelen THEORIE
Ik ken de de theorie van Lezen (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie): - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte; - Tekstdoel en publiek; - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling, toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en bijbehorende signaalwoorden; - Mening, argument en conclusie; - Lay-out van een tekst.
Slide 2 - Slide
TOETS BEGRIJPEND LEZEN: DE TOEPASSING (311)
Slide 3 - Slide
TOETS BEGRIJPEND LEZEN: DE THEORIE (311)
4-11: Toets
Slide 4 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.
Slide 5 - Quiz
Informeren
Overtuigen
Amuseren
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen
Slide 6 - Drag question
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
Slide 7 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren
Slide 8 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
B
De schrijver wil informatie geven (informeren)
C
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)
Slide 9 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
instrueren
B
activeren
C
overhalen
D
amuseren
Slide 10 - Quiz
Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, grondig lezen
Hoofdgedachte
Alinea
Onderwerp
Deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën
Slide 11 - Drag question
Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.
Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte
Slide 12 - Drag question
Tegenstellend
verband
Chronologisch
verband
Toelichtend
verband
Opsommend
verband
Daarentegen
Vervolgens
Neem nou
Vroeger
Zoals
Ten slotte
Echter
Bovendien
Slide 13 - Drag question
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
maar
Slide 14 - Drag question
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 15 - Drag question
Wat wordt bedoeld met de lay-out?
A
de uitleg van de tekst
B
de afbeelding bij de tekst
C
de opmaak van de tekst
Slide 16 - Quiz
Wat heb je nog nodig ter voorbereiding op de toets?
Slide 17 - Open question
LEZEN H6: LAY-OUT VAN EEN TEKST
Ik ken de de theorie van Lezen (H1 t/m H6 , Nieuw Nederlands, 6e editie): - Hoofd- en bijzaken, hoofdgedachte; - Tekstdoel en publiek; - De verschillende tekstverbanden (opsomming, tegenstelling, toelichting, chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaardelijk) en bijbehorende signaalwoorden; - Mening, argument en conclusie; - Lay-out van een tekst.
Slide 18 - Slide
NAKIJKEN
Pak je schrift voor je en kijk welke opdrachten van H1 t/m H5 je nog na moet kijken. Je moet alle opdrachten lezen van deze hoofdstukken af hebben.
Kijk jouw werk na met een ander kleurtje: verbeter altijd jouw antwoord als je een fout hebt gemaakt.
Slide 19 - Slide
Planning 3M
vrij 28-10: Lezen H6, vanaf blz. 152, maak opdracht 2 & 4
timer
1:00
Slide 20 - Slide
Wat vind je nog lastig aan het vinden van tekstverbanden in een tekst?
Slide 21 - Open question
Zijn de lesdoelen behaald? Zo nee, waar wil je meer uitleg over of meer mee oefenen?