le pronom possessif (bezittelijk voornaamwoord)

assieds-toi - prends ton livre - silence
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

assieds-toi - prends ton livre - silence

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
  • apprendre les mots 
  • grammaire 2: le pronom possessif 
  • quiz
  • faire les exercices 

Slide 2 - Slide

apprenez le vocabulaire du chapitre 3 (A,B,E,F)

  • 10 minutes
  • tu peux écouter de la musique!

Slide 3 - Slide

grammaire 2: le pronom possessif
  • een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is! 
→ het geeft dus een bezit aan. 

  • de vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. 
  • par exemple: c'est mon livre (le livre = mannelijk enkelvoud)

Slide 4 - Slide

le pronom possessif!
prends ton livre

Slide 5 - Slide

attention!
  • Wanneer een vrouwelijk woord begint met een klinker of h wordt: ma/ta/sa → mon/ton/son

  • mon ami = mijn vriend (mannelijk enkelvoud) 
  • mon amie ( mijn vriendin (vrouwelijk enkelvoud)  

Slide 6 - Slide

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
leur, leur, leurs

Slide 7 - Quiz

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?
A
ton, ta,mes
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes
D
ton, mon, tes

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
notre, notre, nos

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'onze'?
A
notre, notre, nos
B
votre, votre, vos
C
son, sa, ses
D
leur, leur, leur

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie, uw'?
A
mon, ma, mes
B
ton, ta, tes
C
leur, leur, leurs
D
votre, votre, vos

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?
A
mon, ma, mes
B
leur, leur, leurs
C
ton, ta, tes
D
votre, votre, vos

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)
A
leur
B
leurs

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 15 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 16 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 17 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante (vrouwelijk enkelvoud)
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 18 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère (vrouwelijk enkelvoud)
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 19 - Quiz

le pronom possessif:
geeft bezit aan, van wie iets is
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

le pronom possessif:
geeft bezit aan, van wie iets is
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Prends ton livre!
  • faites les exercices dans votre livre ou en ligne
  • Fini? apprenez les mots de vocabulaire (slim stamp)

Slide 22 - Slide