le pronom possessif (bezittelijk voornaamwoord)

assieds-toi - prends ton livre et ordinateur portable - silence
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

assieds-toi - prends ton livre et ordinateur portable - silence

Slide 1 - Slide

le programme d'aujourd'hui:
  • grammaire H: le pronom possessif 
  • quiz
  • corrigez et faire les exercices 30,31,32

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

grammaire H: le pronom possessif
  • een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is! 
→ het geeft dus een bezit aan. 

  • de vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. 
  • par exemple: c'est mon livre (le livre = mannelijk enkelvoud)

Slide 4 - Slide

le pronom possessif!
prends ton cahier + stylo

Slide 5 - Slide

attention!
  • Wanneer een vrouwelijk woord begint met een klinker of h wordt: ma/ta/sa → mon/ton/son

  • mon ami = mijn vriend (mannelijk enkelvoud) 
  • mon amie ( mijn vriendin (vrouwelijk enkelvoud)  

Slide 6 - Slide

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
leur, leur, leurs

Slide 7 - Quiz

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?
A
ton, ta,mes
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes
D
ton, mon, tes

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
notre, notre, nos

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'onze'?
A
notre, notre, nos
B
votre, votre, vos
C
son, sa, ses
D
leur, leur, leur

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie, uw'?
A
mon, ma, mes
B
ton, ta, tes
C
leur, leur, leurs
D
votre, votre, vos

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?
A
mon, ma, mes
B
leur, leur, leurs
C
ton, ta, tes
D
votre, votre, vos

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)
A
leur
B
leurs

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 15 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 16 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 17 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante (vrouwelijk enkelvoud)
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 18 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère (vrouwelijk enkelvoud)
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 19 - Quiz

le pronom possessif:
geeft bezit aan, van wie iets is
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

wat is de correcte vertaling van:
Het is haar boek
A
C'est sa livre
B
C’est son livre
C
C'est ton livre
D
C'est mon livre

Slide 21 - Quiz

Hoe zeg je:
Hun ouders heten Piet en Maria

Slide 22 - Open question

Schrijf een zin op met een bezittelijk voornaamwoord m.b.t. jezelf

Slide 23 - Open question

Corrigez/faites les exercices
  • corrigez/ faites l'exercice 30,31a,32,33  
  • opdracht 33 a.s. vrijdag op papier bij mij inleveren voor een cijfer. Wil je meer uitleg? -> komt bij de vakwerkles Frans!

Slide 24 - Slide

à vendredi!

Slide 25 - Slide