ARL H1 t/m 3

Recht en moraal zijn verbonden vanwege 3 dingen, welke hoort er niet bij.
A
straffen van het overtreden van de norm
B
recht weerspiegelt de moraal van de tijd
C
de regels bepalen de normen
D
mensenrechten
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
ARLWOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Recht en moraal zijn verbonden vanwege 3 dingen, welke hoort er niet bij.
A
straffen van het overtreden van de norm
B
recht weerspiegelt de moraal van de tijd
C
de regels bepalen de normen
D
mensenrechten

Slide 1 - Quiz

welk vraag hoort bij de kritiek van John Austin op het natuurrecht
A
Is de wet afkomstig van het bevoegde gezag?
B
Zou de moraal wel leidend moeten zijn in het wetgevingsproces?
C
Is de wet niet in conflict met het legaliteitsbeginsel?
D
Is moraal wel een goede basis voor een wet?

Slide 2 - Quiz

Wat hoort niet bij het rechtspositivisme?
A
het is een stroming met kritiek op het natuurrecht
B
wetten die overeenstemmen met de moraal hebben geen plaats
C
wetenschapsideaal is belangrijk (houden aan de feiten)
D
accent ligt bij de wetgever

Slide 3 - Quiz

Wat hoort er niet bij het rechtsrealisme
A
Recht is wat rechters doen
B
De regel ontleent zijn gelding aan de naleving
C
Een regel die niet meer wordt toegepast is geen recht meer
D
Recht kan niet bestaan bij moraal of wet

Slide 4 - Quiz

Inhoud
afkomst
werking
Natuurrecht
Ideële dimensie
filosofische dimensie
rechtspositivisme
normatieve dimensie
Rechtsrealisme
Actuele dimensie
sociologische dimensie

Slide 5 - Drag question

de 4 criteria voor het verschil privaat- en publiekrecht

Slide 6 - Open question

Er zijn drie redenen waarom de scheiding privaat- en publiekrecht niet altijd duidelijk is, welke hoort er niet bij?
A
overheid kan ook privaatrechtelijk handelen
B
private partijen kunnen ook publiekrechtelijk handelen
C
traditionele visie op de overheid is veranderd
D
overheids bemoeienis in het privaatrecht is groter

Slide 7 - Quiz

Noem drie functionele rechtsgebieden

Slide 8 - Open question

In het dwingend recht mag je niet afwijken en heb je drie groepen, welke hoort er niet bij?
A
De goede zeden en openbare orde
B
economische ordening
C
overeenkomsten
D
vormschriften

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen een open en gesloten systeem?

Slide 10 - Open question

Wat is een goed voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling?
A
Testament maken
B
Verdrag tussen landen sluiten
C
Een koop doen
D
Een kind krijgen

Slide 11 - Quiz

Feiten
Rechtsfeiten
andere feiten
handelingen
blote rechtsfeiten
rechtshandelingen
andere handelingen
onrechtmatige daad
rechtmatige daad
eenzijdige rechtshandelingen
meerzijdige rechtshandelingen
andere meerzijdige rechtshandelingen
overeenkomsten

Slide 12 - Drag question

Wat is het verschil tussen een regide en flexibele constitutie?
A
regide = met normale procedure te wijzigen flexibele = met verzwaarde procedure te wijzigen
B
regide = met veel grondrechten flexibele = met weinig grondrechten
C
regide = met weinig grondrechten flexibele = met veel grondrechten
D
regide = met verzwaarde procedure te wijzigen flexibele = met normale procedure te wijzigen

Slide 13 - Quiz

Wanneer ontstaat er spanning tussen democratie en rechtstaat?

Slide 14 - Open question