H2L15 - 1VMA - Donderdag 21 december

Welkom 1VMA





 : )

Planning van uur 
  • Stillezen
  • SO Grammatica inzien
  • Blooket
  • Werken aan profielopdracht



Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: profiel (vrijdag 16 februari)
timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 1VMA





 : )

Planning van uur 
  • Stillezen
  • SO Grammatica inzien
  • Blooket
  • Werken aan profielopdracht



Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: profiel (vrijdag 16 februari)
timer
10:00

Slide 1 - Slide

SO maken
Hoe
Individueel, in stilte
Op tafel: pen, eventueel marker of typpex
Op de grond: leesboek
Hulp
Docent
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Cijfers volgen via Som (binnen twee weken) 
Klaar
Lees in je leesboek (geen laptop)
Wacht in stilte tot de bel gaat

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 20 en 21 van 2.7 Grammatica)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 3 - Slide

ik-vorm of
ik-vorm + t
ik leid.
Zij leidt

Slide 4 - Slide

Voorlezen
in nederland zijn er zijn vier seizoenen we noemen ze de zomer de herfst de winter en de lente je zal misschien zeggen hé dat is lekker afwisselend maar dat valt tegen want in de zomer is het warm maar in de winter is het koud op de antillen hebben we het stormachtige ruige orkaanseizoen in het orkaanseizoen regent het veel

Slide 5 - Slide

Komma
  • Bij een opsomming
  • Als je iemand aanspreekt
  • Tussen twee persoonsvormen (dus let op als je twee werkwoorden achter elkaar ziet) 
  • Voor woorden zoals want, maar, omdat

Slide 6 - Slide

Opsomming
Jonathan koopt worst kaas en nuggets.

Slide 7 - Slide

Opsomming
Jonathan koopt worst, kaas en nuggets.

Slide 8 - Slide

Je spreekt iemand aan
Jonathan ga jij boodschappen doen?

Slide 9 - Slide

Je spreekt iemand aan
Jonathan, ga jij boodschappen doen?

Slide 10 - Slide

Tussen twee persoonsvormen
Als Jonathan de boodschappen doet ga ik alvast de afwas doen.

Slide 11 - Slide

Tussen twee persoonsvormen
Als Jonathan de boodschappen doet, ga ik alvast de afwas doen.

Slide 12 - Slide

Voor woorden zoals want, maar, omdat
Jonathan wil kipnuggets op zijn feestje omdat hij van lekker eten houdt.

Slide 13 - Slide

Voor woorden zoals want, maar, omdat
Jonathan wil kipnuggets op zijn feestje, omdat hij van lekker eten houdt.

Slide 14 - Slide

Individueel werken 
Wat
Lees de leertekst 'De komma' (bladzijde 166)
Maak opdracht 7 t/m 10 en 12 t/m 14 van Spelling 2.8 (in je boek). 
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, in stilte - daarna mag je fluisterend overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Ongeveer twintig minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de SO en op de repetitie
Klaar
Lees in je leesboek / werk aan je profielopdracht
timer
20:00

Slide 15 - Slide

Dictee 
Wat
Schrijf de tien woorden in je schrift. 
Geen schrift? Kom een blaadje halen. 

Hoe
Individueel
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 5 minuten
Uitkomst
Deze dicteewoorden moet je kennen voor de SO en de repetitie
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 16 - Slide

Dicteewoorden
  1. Accepteren
  2. Abonnee
  3. Collectie
  4.  Concurrent
  5. Effectief
  6. Interessant
  7. Onmiddellijk
  8. Portemonnee
  9. Litteken
  10. Verrassing
Punten        Cijfer
10                 10,0
9                    8,9
8                   7,8
7                   6,6
6                   5,5
5                    4,8
4                    4,0
3                    3,3
2                    2,5
1                    1,8
0                    1,0

Slide 17 - Slide

Dicteewoorden
  1. Flauw
  2. Eenvoudig
  3. Nauwkeurig
  4. Verhouding
  5. Betrouwbaar
  6. Kauwgom
  7. Inhoud
  8. Toeschouwer
  9. Trauma
  10. Enthousiast
Punten        Cijfer
10                 10,0
9                    8,9
8                   7,8
7                   6,6
6                   5,5
5                    4,8
4                    4,0
3                    3,3
2                    2,5
1                    1,8
0                    1,0

Slide 18 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet wanneer je een komma gebruikt;
  • hebt de tien dicteewoorden van hoofdstuk één herhaald. 

Huiswerk
  • Lees de leertekst 'De komma' (bladzijde 166)
  • Maak opdracht 7 t/m 10 en 12 t/m 14 van Spelling 2.8 (in je boek). 

Slide 19 - Slide